887
den sper (31) van links naar rechts naar boven ge
sehoven, dan van onderen bij den tap opgelicht
en deze in zijn ligplaats ingelaten. Hierbij moet
er op gelet worden, dat de op de veer werkende
nok niet tusschen deze en den tussclien wand in
den greep, maar achter de veer komt te liggen.
Ook dit mag niet met ruwheid plaats hebben.
7. De sper tot veiligheidspal (31).
UitnemenDe stift (32) welke den sper in den greep vasthoudt
wordt van binnen naar buiten met behulp van den
pinnestooter uitgedrukt, waarbij de onderste arm
naar beneden gedraaid moet zijn. Daarna wordt
de sper afgenomen.
InzettenDe sper op zijn plaats leggen met den geribden
knop naar boven gekeerd en de stift onder ge
lijktijdig aandrukken van het veerende gedeelte
(den bovensten hefboomsarm) goed in zijn lig
plaats drukken.
Het nog verder uiteennemen, zooals het losmaken van de met
vastgeklonken stiften verbonden deelen, is zoo goed als nooit
noodig en moet in zulk een geval aan zaakkundigen worden
overgelaten.
De houder (35) mag slechts bij hooge uitzondering uit elkander
genomen worden. Moet het echter geschieden, dan wordt de
stift, die het bodemstuk in den houder vasthoudt, uitgeschoven,
zoodat de veer kan worden uitgenomen en het schoonmaken
ook van onderen kan plaats hebben. De aanbrenger kan in ge
wone gevallen niet uit den houder verwijderd worden, doordat
de geleiknop er door vastklinking aan verbonden en daardoor
dus ook onafscheidelijk aan den houder bevestigd is.
G-ebeuiic van het toebehooben.
De pompstokwaarvan de steel met het oog op het voorkomen
van beschadiging aan de ziel van messing is vervaardigd, mag
alleen gebruikt worden voor het reinigen van den loop inwendig.
De greep is tot een busje vervormd, waarop een afschroefbaar
dekseltje, en dient voor het meevoeren van vet (vaseline) om