897
Wat „de historische dwaling" aangaat, moet ik erkennen geen
gegevens te hebben gevonden die de bewering van den heer
Nypels op blz. 55 deel I van zijn boek te niet doen. Zoolang
dus nog niet is uitgemaakt op welke gronden de zoo geheel af
wijkende voorstelling van zaken berust, die door schrijvers als
Perelaer, Hooyer, van der Maaten (Ind. Oorlogen le deel blz.
195) gegeven wordt, wil ik gaarne erkennen beter te hebben
gedaan, indien ik het zinnetje: „waartegen de Engelschen in
1814 gevoelig het hoofd stieten" eenvoudig had weggelaten.
J. VAN" DER WeIJDEN.