899 Op grond van eenige theoretische beschouwingen en bereke ningen komt de geachte schrijver ten slotte tot een verdeelbaar kanon van 7 c.M., wegende 200 K.G. De overige gegevens van zijn voorstel worden medegedeeld in den staat op blz. 23 van den loopenden jaargang van het I. M. T. Wij zullen de wijze, waarop de Heer Gooszen tot zijn resultaat gekomen is, niet bespreken; wij willen dezelfde methode toe passen, maar dan voor een kanon met een gewicht van 350 K.G. en een kaliber van 7,5 c.M. 1) Het projectielgewicht 6 K.G. houdende, wordt de aanvankelijke snelheid 585 M. Bij eene dracht van 2000 M. bedraagt dan de hoiizontale eindsnelheid 358 M., d.w.z. 46 M. meer dan bij het ontworpen kanon. Deze grootere snelheid beteekent voor onsgroo- teie snelheid der G.K.T. kogels, dus grootere dieptewerking van de G.K.T. En waar wij het vuren op bewegende doelen, nl. op 's vijands infanterie, voor de voornaamste taak der veldartille rie houden, achten wij eene groote dieptewerking van de G.K.T. van het hoogste belang. Bovendien komt ons een nuttig vermogen van 300 K.G.M. per K.G. van het gewicht van den voorgestelden vuurmond te groot voor en wel op grond van het volgende. 1. Zooals de Redactie van dit tijdschrift reeds opmerkte 2), kon Krupp zoo'n groot nuttig vermogen voor ons niet bereiken. Bij het nieuwe Nederlandsche veldkanon bedraagt het nuttig vermogen slechts 218 K.G.M.bij het Nederlandsch-Indische proef- kanon voor de veldartillerie nog minder, nl. 177 K.G.M. Het schijnt dus eenigszins voorbarig uit te gaan van een nuttig ver mogen van 300 K.G.M. 2. De Heer Gooszen past op zijn kanon de denkbeelden van den commmandant Warin 3) toe; het gewicht van het geheel wordt gesteld op 200 K.G., hetgeen bij een nuttig vermogen van 300 K.G.M. en een projectielgewicht van 6 KG. eene aanvanke lijke snelheid van 440 M. oplevert. 1) Van het Krupp-materieel van 7,5 c.M. L/30, ingevoerd bij de Nederlandsche be reden artillerie, weegt de vuurmond 350 K.Q., het projectielgewicht bedraagt 6 K.G. en de aanvankelijke snelheid 500 M. 2) I.M.T. 1905, I, blz. 11, noot (1). 3) Revue d'Artillerie, deel 56, blz. 377.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 295