905
ons minderwaardig paarden materiaal altijd eene groote rol 1).
Is dit bezwaar uit den weg geruimd, dan late men zich niet
langer weerhouden om ons veldleger uit te rusten met een veld-
materieel van het gewone type, dat in Britsch-Indië, -Japan
en China bruikbaar is en dus ook op Java zal kunnen optre
den.
Samenstelling cler batterij. Wij missen hier het onzes inziens
onontbeerlijke, bereden personeel voor doel- en terreinverken
ning; het voorgestelde aantal trompetters, blijkbaar twee, is
hiertoe niet voldoende.
Niet-bereden stukscommandanten zullen in de practijk niet
voldoen. Een groot voordeel van het bereden zijn is daarin ge
legen, dat de stukscommandanten voor groote vermoeienissen
gespaard blijven, waardoor zij in het vuurgevecht hunne moei
lijke taak des te beter kunnen waarnemen en dit is tegenwoor
dig van meer belang dan vroeger, omdat het snelvuur op juiste
gegevens moet berusten en de batterijcommandant alleen aan
geeft het aantal schoten, door elk stuk af te geven en de altijd
eenigszins omslachtige indirecte richting veel meer dan tot nu
toe zal worden toegepast. Ook is het bereden zijn van de stuks
commandanten noodzakelijk om den tijd, vereischt voor het in
stelling komen van de batterij en het openen van het vuur, tot
een minimum terug te brengen.
Trouwens, de artillerie, bewapend volgens de denkbeelden van
den Heer Gooszen, zal met 5 rijpaarden per batterij bezwaarlijk
aanspraak op het praedicaat „bereden" kunnen maken. Snellere
gangen dan stap zijn bij de voorgestelde artillerie te velde geheel
uitgesloten en dit uiterste achten wij even verkeerd als dat
andere, waarbij de „rijderij" geheel op den voorgrond gesteld
wordt en dat aanleiding gaf tot het bekende gezegde: „Die Ar
tillerie ware eine ganz schone Waffe, wenn sie nun keine Kano-
nen zu schleppen hatte." Men vergete toch niet, dat snelheid
van beweging in zeer vele gevallen minderheid in aantal geheel
of gedeeltelijk kan opheffen. Meermalen zal toch van de artil
lerie verlangd worden het afleggen van lange marschen in snelle
1) Verg', de voordracht van den eersten-luitenant der artillerie W. A. Blits en de
discussie daarover in de vergadering- der I. K. V. op den löden Juni 1904.