914 Den 24en April was bij liet bestuur een brief van Oemar, van gelijken inhoud als vroegere brieven, ontvangen (Zie bijlage IV)„ Zijne Excellentie de Regeerings-Commissaris deed hem den. 25sten d.a.v. ook bij brief te kennen geven: lo dat zijne betuiging van onveranderde gezindheid jegens het Gouvernement onwaar was, omdat hij anders niet in gebreke- zou zijn gebleven, al het oorlogsmaterieel terug te geven dat hem geleend was geworden voor een krijgstocht in het Lamkraksche. 2o dat zijne betuiging van het Gouvernement niet te willen; bestrijden even onwaar was, want dat hij er anders niet toe- zoude zijn overgegaan versterkingen in de VI Moekims te doen aanleggen. 3o dat hij om in genade door het Gouvernement te worden aangenomen, den 26en April had in te leveren al het hem ge leende oorlogsmaterieel, te slechten de opgeworpen versterkingen in de VI Moekims en zich op nieuw te onderwerpen. Hierop werd in den vroegen morgen van den 26en April een antwoord ontvangen, waarin hij een uitstel van drie dagen ver zocht, zonder dat daarin eene bepaalde belofte werd afgelegd om het hem geleende oorlogstuig in te leveren en de bewuste ver sterkingen te slechten. Zijne Excellentie de Regeerings-Commissaris gaf hem daarop bij schrijven van dienzelfden dag te kennen, dat het gevraagde uitstel niet kon worden verleend, doch dat hij vóór zonsondei- gang een begin van uitvoering had te geven aan het inleveren van het geleende oorlogsmaterieel onder berusting van hem zeiven, zijne metgezellen en de bevolking van de VI Moekims,. benevens met het slechten der opgeworpen versterkingen in laatstgenoemde landstreek. Aan deze eischen niet voldaan zijnde, werd hij nog in den avond van den 26en April bij besluit van den wd. Gouverneur Mo. 159 (zie bijlage VI) ontslagen als Panglima Prang Besar van het Gouvernement en als Oeleebalang van Lepong, met bepaling dat hij voortaan in alle officieele bescheiden zou worden aange- geduid met den naam van Toekoe Oemar. Tevens werd lastgegeven 0111 den volgenden morgen tegen zons opgang uit de batterijen te Lamdjamoe, uit de posten Bl-ang en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 310