915 Laratih en van de ter reede van Oleh-leh liggende oorlogsschepen, het vuur te openen tegen de versterkingen en woningen in de VI Moekims. De Regeerings-Commissaris vaardigde eene nieuwe proclamatie uit aan hoofden en bevolking in Groot-Atjeh, waarin te kennen werd gegeven om welke redenen Zijne Excellentie zich gedwon gen zag de vijandelijkheden tegen Oemar aan te vangen (Zie bijlage VII). Eene kennisgave van het besluit, waarin hij uit •al zijn waardigheden werd ontzet, was er bijgevoegd (bijl. VI.). De bezetting van Lamdjamoe werd in den vroegen morgen van den 27en versterkt met 5 officieren en 105 minderen der vesting- ai tillerie; den 25en was daar reeds eene compagnie infanterie gearriveerd ter voorziening in den wachtdienst. De veldbataljons wezen daar om beurten eene compagnie voor aan, die er dan twee dagen bleef. Ten 5 u. 45 v.m. van den 27en begon het zoogenaamde „bom bardement van Lampisang". Het vuur tegen de stellingen van Oemar werd van dien dag tot aan den 23en Hei, zoolang het licht was, voortgezet, zelfs nu en dan werden 's nachts salvo's of enkele schoten gedaan. In dien tijd werden niet minder dan 2105 granaten voor Mor tieren van 20 c.M.1573 id. voor kanonnen van 12 c.M. Br. A., 1347 voor kanonnen van 7 c.M. A. Veld, 1582 granaatkartetsen vooi 12 c.M. Br. A.1332 id. voor 7 c.M. A. Veld en 57 Brand kogels voor Mortieren van 20 c.M.dus totaal 7996 projectielen door de batterijen van Lamdjamoe verschoten. H. M. Sumatra en Wilhelmina voegden met het zware scheepsgeschut daar het hunne aan toe. De resultaten van dat vuur zijn, zooals wij latei- zullen zien, zeer gering geweest. De vijand beantwoordde het den eersten dag nagenoeg niet. Een viertal schoten werden op den post gelost, waarvan er één den Eur. korporaal der cavalerie van Vliet No. 32260 verwondde. Intusschen hadden zich verscheidene hoofden uit de XXVI en ook uit de XXII Moekims aan Oemar's zijde geschaard. Om te beginnen Toekoe Nja Makam van Lamnga met 60 volgelingen, Toekoe Tjoet Toengkoeb, Toekoe Imam Siem en Toekoe Gading Silang met 100 volgelingen, alsmede Toekoe

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 311