916
Djohan Lampasei, het 2de nimmer in onderwerping gekomen
sagihoofd der XXVI Moekims, voorts Toekoe Eajoet (T. Tjihiq
van de V Moekims Montassik), Toekoe Brahim van Montassik,.
Toekoe Ali Pager Ajer, en ten slotte Pang Mat Ier Alang, een
panglima van Polim met onderaanvoerders en volk van T. Hoe
sin Longbatta.
Het volk van Toekoe Moeda Baid, Toekoe Tjoet Lamtengah,.
Toekoe Moesa Anaq Bate, Toekoe Kerkoen, Tengkoe Soepi, Teung-
koe Lam-Oeë en Habib Samalanga hield zich voorloopig onzijdig.
Van Adjoen (Z. W. van Belang) in X. richting tot aan het
strand en in de kloof waren alle kampongs verlaten, de bevol
king zette zich op de hellingen der heuvels neer, zoodat ons
kanonvuur tijdens het bombardement niet meer dan een drietal
dooden en eenige gewonden maakte.
Volk uit de XXII Moekims drong ten getale van 4 a 500 man
in de Moekims Daroe; alle verkeer met het volk binnen onze-
linie werd belet.
Verassing der versterking Batoe in de XIII Moekims Toengkoeb.
Ten einde Toekoe Tjoet Toengkoeb al dadelijk voor zijn afval
te straffen, kreeg de wd. controleur der XXVI Moekims opdracht,
om in den nacht van 28 op 29 April van Boekit Karang uit
naar de benting Batoe, nabij Toengkoeb, 400 M. westelijk
van het kruispunt te marcheeren, die versterking bij verrassing-
te nemen, de daarin aanwezige huizen te verbranden en overigens
den eigenaar zooveel mogelijk schade te berokkenen.
Commandant: le luitenant M. Neelmeijer.
Voorhoede: 3 brigades marechaussee.
Hoofdcolonne: 3 brigades marechausse.
ambulance.
het detachement van Pakan Kroeng Tjoet.
Daartoe werden 2 officieren en 6 brigades marechaussee, to
taal 103 minderen met 24 dwangarbeiders en 6 tandoes, beschik
baar gestelddoor den commandant werden bovendien een kan-
nonnier met lichtfakkels en een detachement van Pakan Kroeng
Tjoet medegenomen.
Te lluur n.m. werd afgemarcheerd, drie kwartier later be
reikte de voorhoede reeds de Z. W. face van het voorwerk der
benting, zonder opgemerkt te zijn.