926 den kampongrand ten O. van Masdjid Gani in breed front bezet en hier de komst van het 3e Bataljon, dat uit Lampermai op rukte, afgewacht. Het 6e Bataljon (2 compagnieën), dat even na de marechaussee's Gani was binnengetrokken, stelde zich daarachter in vcorloopige gevechtsformatie op. Omstreeks 53/4 u. v.m. passeerde hen het 3e Bataljon, dat tijdens den opmarsch naar Gendroet de aan weerszijden van den weg gelegen kampongs vluchtig doorzocht en omstreeks 6 u. 50' v.m. de bevolen beweging in Z. richting aanving. In onderling verband en in een zeer breed front bewogen de drie korpsen zich nu zuidwaarts naar de Kroeng Lingkar. Be reden ordonnansen zorgden voortdurend voor de verbinding. Een drietal ongewapende Atjehers, die in een kampong waren aangetroffen, dienden het 3e Bataljon als gidsen. De linker vleugel van dat bataljon werd bij de beweging in Z. richting- door eenige vijanden, die zich ter hoogte van den grootenweg Kroeng-Gloempang Senelop bevonden, bestookt. Nu en dan beantwoordden de repeteergeweren hun vuur. Het 6e Bataljon kreeg een paar schoten uit Adjé Boeng Mira. Te 7 u. 30' ontving de korpscommandant het bovenbedoelde bericht No. 3. Hij bevond zich toen in Boeneleh en antwoordde te 7 u -36' v.m: „Ik wacht tot marechaussee en 3e Bataljon zuidelijk omge- zwonken zijn." Ongeveer 8 u bereikte dit antwoord den colonne commandant die toen nog te Lamsoet stond, en daar hij even te voren troepen van het 6e Bataljon in de richting van Tjot-Goet had zien oprukken, gelastte hij de beweging voort te zetten. Den commandant der cavalerie werd order gegeven met een peloton als zelfstandig verkennende cavalerie vooruit te gaan in de richting M. Lamdjampoe Senelop en het andere peloton als aan de voorhoede gebonden cavalerie toe te voegen aan den commandant van het 12e Bataljon, die met zijn korps door het bedekte terrein via Belang-West en Bralon ook naar Senelop zou oprukken. De order tot dit oprukken werd door den pelotonscommandant aan den majoor Soeters overgebracht, zij behelsde tevens de mededeeling, dat de reserve en de artillerie eveneens via Lam-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 322