928 Tijdens dien aanval werd de compagnie uit verschillende pun ten beschoten. De vijand, die in de zuiderface van de versterking coupures had gemaakt, wist hier door te ontvluchten, zoodat de inl. mare chaussee Simin No. 8502, die het eerst daar binnen kwam, de vogels gevlogen vond (9 u. 10' vm.). De versterking werd nu door de le en 2e compagnie 3e Ba taljon bezet, de marechaussee kreeg order in Lam Sinjing voor- loopig rust te nemen, terwijl aan den commandant van het 12e Bataljon bevel werd gezonden naar Noord Bralori en West Lam bada op te rukken. De artillerie wilde daarop van uit eene heuvelstelling ten N. van Lambada 's vijands vuur uit de O. en Z. O. van. Senelop gele gen kampongranden en hoogten tot zwijgen brengen; vóór dat zij echter tot vuren gereed was, hadden de repeteergeweren van het 3e Bataljon daaraan reeds een einde gemaakt. Daar zich nu vele uit de moekims Hoko komende Atjehers noordwaarts van Lam Tjot bewogen en de troep uit het Zuiden en Zuidoosten in het geheel niet meer beschoten werd, dacht de colonnecommandant er aan den terugtocht over Kroeng Gloem- pang te nemen. Toen echter bleek, dat de brug bij Toei Selimbing afgebroken was, werd ter wille van de artillerie van deze route afgezien en besloten langs de opmarschlijn terug te keeren. Intusschen was door verschillende troepenafdeelingen en ook door den wd. controleur luitenant Yosmaer naar het op 17 t. v. zoekgeraakte geschut, kanon van 7 c.M. A. Yeld en mitrailleur, gezocht; doch ofschoon volgens berichten deze stukken zich te dier plaatse moesten bevinden, werd er niets aangetroffen. Uit den toestand waarin onze oude benting verkeerde bleek ook volstrekt niet dat zij b.v. Polim en trawanten sinds gehuis vest zou hebben. Yoor den terugmarsch werden de volgende orders gegeven: Het 3e Bataljon kreeg opdracht om over Lam Koelat en Lam Kiwan en, zoodra gezien werd dat Lamsoet in brand stond, in verband met het halve 6e Bataljon naar Tjot Goet en via Adjé op Gani terug te gaan, om van daar, zoodra de overgang bij de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 324