934 het 9e Bataljon met 3 brigades marechaussee de strook be zuiden den hoofdweg door Lam-Poedjo, Lam-Poe-Oe, Lam Oe- djoeng, Lam Hasan, Masdjid Siem, Kroeng Kali voor zijn reke ning zou nemen. De algemeene reserve (het 5e Bataljon met de Artillerie enz.) kon langs den hoofdweg marcheeren. Het 7e en 9e Bataljon moesten op de buitenflanken twee of meer punten bezetten, om het opdringen van benden uit N.O. en Z. tegen te gaan. Door den coionnecommandant werd aan de cavalerie de vol gende opdracht gegeven: „De cavalerie is voorhoede cavalerie en heeft tot taak het „verkennen van de door het 7e en 9e Bataljon te doorloopen „terreinen tot de lijn Lambaroe, Lamdoero-N. en N.O. rand Kroeng Kali. „Eene officierspatrouille onder commando van den len luite nant Happé met 1 trompetter en 16 ruiters zal de terrein- strook Perampoean-Toengkoeb, Landoero-Zuid-en West verken nen en verder als zelfstandige verkenningspatrouille vóór het „7e Bataljon uitgaan." Berichten moesten door tusschenkomst van den commandant van dat bataljon rechtstreeks aan den colonnecommandant worden gezonden. Het peloton van den luitenant Lisnet zou aanvankelijk de patrouille Happé tot Batoe en Toengkoeb steunen en dan het 2e deel der taak v/d cavalerie (voor het 9e Bataljon uit) op zich nemen. Eene zelfstandige onderofficierspatrouille van dit peloton, ter sterkte van 1 wachtmeester en 8 ruiters, moest de kampongs Praboeë, Lam Ganoi, Lam Klat verkennen en zich bij Masdjid Siem weer aansluiten bij het peloton Lisnet. Per extra treinen werden de troepen te voet naar Boekit Karang gebracht en om 51/2 u. v.m. van daar door de cavalerie de af- marsch begonnen. In draf werd door de patrouille Happé, gevolgd door het peloton Lisnet, opgerukt naar Perampoean, Batoe en Toengkoeb. Iets ten Z. van Perampoean werd bedoelde patrouille vrij hevig in de flanken onder vuur genomen uit de graven, gelegen in de N. W. rand van Lam-Poedjo Zuid.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 330