940 Het regenachtige en onstuimige weer, in verband daarmede de onbegaanbaarheid van het terrein in de VI Moekims, belette elke operatie. Het inwinnen van berichten werd, dank zij de zorgvuldige afsluiting van de III en VI Moekims, voor lieden uit de gecon centreerde linie met den dag moeilijker. Eene gelijke afsluiting handhaafden de in de III Moekims Daroe en de IX Moekims gelegen bendehoofden uit de XXII Moekims. Oemar zond intusschen aan verschillende hoofden ter West kust brieven, waarin hij mededeelde de zijde van het Gouverne ment te hebben verlaten en hen uitnoodigde zich bij hem aan te sluiten of hem met geld en strijders te ondersteunen. Eendracht heerschte er in het vijandelijke kamp niet. Een der beste onderaanvoerders, Ketjiq Bintang van Lam Loempoer, dreigde naar de Westkust te zullen aftrekken, wan neer Toenongers (lieden uit de XXII Moekims) of Pedireezen in de IV en VI Moekims werden geduld. Deze lieden verdwenen dan ook allengskens geheel. Benden van de Westkust kwamen hunne plaatsen innemen onder Moha mad Arsjad Lageun, Toekoe Aroen en Habib Abdoellah Paroembé. Alleen T. Panté Glima bleef met een dertigtal Pedireezen te Mata Aïr (Daroe) achter, en deed zelf aan het z.g. kaloet (Ma- leisch: bertapa) in de grot van Daroe, misschien wel in navol ging van T. Koeta Karang, die daarmede destijds nog al invloed verworven had. Den 6en Mei zond Toekoe Nek, Imam der IX Moekims, zoon van den eigenlijken Oeleebalang van die landstreek, Toekoe Nang- groi, die zich steeds te Troemon, waar hij vrouw en kinderen had, ophield, een brief aan het bestuur met betuigingen van goedgezindheid. Hem werd geantwoord, dat hij die kon betoonen door zijne opwachting te maken, waaraan hij zes dagen later voldeed. Hij bevestigde het van andere zijden vernomen bericht, dat Oemar huurlingen in de IX Moekims liet aanwerven tegen een loon van 15 dollars 's rnaands voeding om die als vaste bezetting in zijn talrijke kota's te leggen, iets waartoe hij het kampong volk in de VI Moekims niet wilde dwingen uit vrees hen te ontstemmen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 336