941 Veel scheen de werving intusschen niet op te leveren. Toekoe Nja Mohamad, de wd. Oeleebalang der IX Moekims, hield steeds verblijf in zijne versterkte kampong Toebaloe. Hoewel hij op onze hand was, bezat hij geen macht genoeg om de vijandige stemming in zijn gebied tegen te gaan. Nu er van een actief optreden niets kon komen, zinde de militaire commandant op andere middelen om den vijand schade te berokkenen. Zoo werd tegen het aanbreken van den dag op 6 Mei eene alarmeering gelast om de lieden in de VI Moekims er toe te brengen hunne voorste linie van versterkingen krachtig te be zetten en hen daarna door geschutvuur verliezen toe te brengen. Onze troepen zouden daartoe te 41/4 u.v.m. met extratremen te Lamdjamoe arriveeren, echter de lijn der posten niet over schrijden. Een half uur later zouden de kanonnen dan de ver schalkte Atjehers onder vuur nemen. De medewerking der marine werd ingeroepen zoowel om met de zoeklichten de te beschieten versterkingen in het voorter rein te beschijnen, als voor deelneming aan dat bombardement door het scheepsgeschut; middels seinen van Lamtih zou de marine het moment van ingrijpen worden aangegeven. De vijand liet zich blijkaar niet verleiden. Deinde versterkingen aanwezige Atjehers achten het zelfs niet noodig ons vuur te beant woorden en verliezen heeft dat hen, blijkens nader ingekomen berichten, ook al niet toegebracht. Wel deelden Atjehers, die zich verdienstelijk wilden maken, mede, dat er door geschut vuur reeds een dertigtal dooden en gewonden bij onze tegen standers waren, maar die berichten zijn niet bevestigd. Onze oude vriend T. Tjoet Lamtengah, die zooals wij vroeger opmerkten de voeling met het bestuur bleef onderhouden, vond daarin geen beletsel om evenals zijn broeder T. Imam Moeda Baid met Oemar te komen confereeren; het bestuur ontving althans van die samenkomsten kennis. Eene patrouille, die den lOen Mei n.m. te u. van uit Lam- baroe naar de 2e brug in den weg van Lambarih marcheerde, kreeg in zijn gebied vuur en wel uit de benting Belang, 600 M. Z. W. van die brug gelegen, en de O. van die brug gelegen kam-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 337