945 De sawah's in het voorterrein stonden overigens zoo diep onder water, dat een daardoor loopende afdeeling zich door haar geplas terstond moest verraden. Ook van Lamtih uit werd eene verkenning gemaakt om zich van den toestand van het terrein te vergewissen. Daar bleek •het, dat er op verschillende plaatsen 0.3 a 0.5 M. water stond, doch dat de ondergrond hard was. De compagnie, die de bezetting van Lamdjamoe versterkte, werd den 14en vervangen door een peloton. Die sterkte werd voorloopig behouden, dagelijks zouden de menschen verwisseld worden. Den volgenden dag gingen te 11 u. n.m. van Lambaroe zes •brigades marechaussee uit met het doel Lamtengah bij verras sing binnen te dringen en vervolgens gesteund door eene colonne van 5 compagniën infanterie, 2 sectiën bergartillerie, 1 peloton cavalerie en 1 sectie genietroepen die streek te tuchtigen en de eigendommen van T. Tjoet Lamtengah te vernielen. Nog voor zij haar doel bereikte, werd de marechaussee ontdekt, en zoo keerde de colonne onverrichter zake huiswaarts. Blijkbaar getroffen door deze waarschuwing zond T. Tjoet den volgenden dag een brief, waarin hij nogmaals te kennen gaf goedgezind jegens de compagnie te zijn, waarop hem natuurlijk geantwoord werd, dat hij die gezindheid dan maar moest toonen door inlevering der hem in bruikleen verstrekte geweren en ammunitie en door niet op onze troepenmacht te doen vuren, indien zij zijn gebied bezocht. Zijn wederantwoord luidde dat hij het gevraagde zou terug brengen en er in zijn gebied geen vijandelijkheden tegen de compagnie zouden worden ondernomen. Het onware van deze verzekering zou op den 21en d. a.v. blijken. Sinds 7 Mei waren door het geschut van Belang, Ketapan Doea en Lampeneroet dagelijks op ongelegen tijdstippen eenige schoten in het voorterrein gezonden; van laatstgenoemde posten voornamelijk tegen Oleh-Loeng, Poenir en de ten Westen daar van gelegen vijandelijke kampongs. Den Imam van Djempit beviel dat blijkbaar in het geheel niet en hij liet dan ook het verzoek doen het op zijn Moekim gerichte vuur te staken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 341