952 lot van het rijk hangt af van den strijd van heden, van n allen wordt verwacht, dat gij uw uiterste best zult doen". 1) Admiraal Togo had de engte tusschen Korea en Nippon voor den beslissenden slag uitgekozen, doch ongetwijfeld met het voornemen om eerst dan den strijd aan te nemen als de kans op een overwinning van Japansche zijde groot was. 2) "Veel viel immers voor Japan te verliezen als een, zij het ook niet beslissende, nederlaag geleden werd, weinig als de Russische vloot te Wladiwostock binnenliep. Want eenmaal in die haven zou het haar bij bewaking door de Japanners moeilijk vallen uit te stoomen, gelijk dit ook bij Port Arthur gebleken was. Toen het echter aan Togo, die door middel van een marconi- gram van de nadering der Russen kennis had bekomen, bij het verrassend aantasten van de spits' van het eskader bleek, dat de Russen niet gereed waren tot den strijd, dat zij de artillerie munitie grootendeels verspilden op afstanden, waarop weinig- uitwerking te verwachten viel en dat zij door snelheid trachtten het gevecht te vermijden, toen voelde Togo zich voldoende sterk om den strijd tot het uiterste door te zetten. Gedurende den geheelen loop van den slag was de leiding van Japansche zijde goed. Togo had de geheele vloot voortdurend in de hand en koos de aanvalsrichting zoodanig, dat voor de Russen de windrichting in het nadeel was, waarbij zij tevens een groot deel van den dag de zon in het gezicht hadden. De artillerie schoot zich vlug en juist in en stelde door haar vuur, dat zich telkens op één vaartuig concentreerde, schip voor schip van de tegenpartij buiten gevecht. Om 1 u. 30 n.m. open den de Japanners het vuur, 50 minuten later was de „Osljabja" gezonken en de „Borodino" gedwongen de gevechtslinie te ver laten. 3) 1) Deze dagorder van Togo herinnert aan die van Nelson vóór den slag van Frafalgar ui'gegevPD: „England expects every body to do his duty." 2) Verwondering moet het wekken, dat bij de Russen niets van de aanwezigheid der Japansche vloot was uitgelekt, daar deze in Japan aan velen bekend was. Ter eere van het Japansche volk zij dan ook opgemerkt, dat zij weten, hoe belangrijke zaken geheim te houden. 3) De „Osljabja" en „Borodino" zijn beide slagschepen le kl. respect, in IS9S en 1901 van stapel geloopen, met 12600 en 13500 ton waterverplaatsing, beide liepen 18 mijl. Ook de Borodino is later in het gevecht te gronde gegaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 348