954 dat bij de Russische afdeelingen, die naar het verre Oosten gingen, alle enthousiasme ontbrak? En wijkt niet alle verwondering, dat de Russen het onderspit hebben gedolven, als men overal de bewijzen vindt, dat aan goede opleiding, aan oefening van den troep veel ontbroken heeft? Meer dan ooit te voren is hier wellicht het bewijs geleverd, dat met goed materieel, bediend door gebrekkig opgeleid en slecht aangevoerd personeel, uiterst bezwaarlijk een overwinning te be halen is. Met goede vuurmonden, bediend door onhandig personeel en onder bevel van officieren, die niet voor hunne taak berekend waren, die niet tegen munitie-verspilling wisten te waken, die niet inzagen, dat eerst na juist en liefst vlug inschieten re sultaten te verkrijgen waren, die telkens van doel veranderden, is al evenmin succes te behalen als met torpedos en andere verdelgingswerktuigen, die zich in handen bevinden van mannen die onbekwaam zijn voor hun werk. En dit is, volgens verschillende verklaringen, 1) aan Russische zijde het geval geweest; zoowel artilleristen, torpedisten als machinisten waren niet geheel ter zake kundig; hier raakte een stuk onklaar door onhandige bediening, daar dreigde een schip te zinken door onvoldoend vlugge behandeling der waterdichte schotten, slechts zelden werd te juister tijd een herstelling aan gebracht. Zijn alzoo de tijdschriften eenstemmig in hun oordeel, dat aan de geoefendheid van de manschappen veel ontbrak en dat de officieren noch kundig noch practisch genoeg waren om de weegschaal ten voordeele van de Russen te doen overslaan, even zoo zijn zij eenstemmig in hun lof over de Japansche vloot. Een teekening van den toestand bij de Japanners steekt dan ook scherp tegen die bij de Russen af. Geen enkel oogenblik doch dit bericht komt van Japansche zijde en dient dus onder eenige reserve aangenomen te worden 1) Admiraal Rodjestwenski, thans in zooverre hersteld dat hij een rapport over den zeeslag heeft kunnen opmaken, zou daarin volgens het Parijsche blad „Liberté" (zie Bat. Nieuwsbl. 28 Aug. '05 no. 226) o.a verklaard hebben: De bemanning bestond voor twee ■derden uit volslagen ongeoefende en onbruikbare mensclien. Den kanonniers ontbrak het zelfs aan de meest oppervlakkige kennis. De ongeschiktste bemanning bevond zicli vooral op het eskader van admiraal Rebogatof.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 350