955 gGen enkel oogenblik liet de bevelvoering van Togo te wenschen over, voortdurend hield hij de leiding over de schepen aan zich, de discipline was voortdurend uitstekend. De artillerie spaarde eerst de munitie, en schoot zich later vlug en juist in. Togo had dan ook den tijd, dien hij in afwachting van de komst der Russische vloot beschikbaar had gehad, niet onbenut voorbij laten gaan. Yooral bij hooge zee en zware deining liet hij schietoefenin gen houden en zijn onderhebbend personeel ter dege oefenen. Van welke waarde oefening door marine officieren geacht wordt, blijkt o.a. uit een gesprek van Cervera, den Spaanschen admiraal, aan wien in 1898 het commando over het atlantische eskader was opgedragen. Men vroeg hem of hij het bevel zou krijgen over de vloot bij een eventueel Spaansch-Amerikaanschen oorlog, waarop hij antwoordde: „Ja, en ik zal dat bevel aanvaarden, „ofschoon wetende, dat ik een Trafalgar te gemoet ga. Slechts „dan zou dat onheil te voorkomen zijn, als men mij van te voren „toestond 50.000 ton kolen aan evolutiën te besteden en 10.000 „projectielen aan het schieten naar de schijf." Moge nu de overwegende invloed, die aan leiding en oefening van de Japansche vloot wordt toegeschreven, al eenigermate overdre ven zijn en dit zal ongetwijfeld het geval zijn, toch treedt die in vloed voldoende op den voorgrond om bemoedigende gevolgtrek kingen vooi ons als kleine natie te wettigen. Als zoodanig noem ik „Flink gedisciplineerde en goed geoefende troepen onderaan- voeiing van deugdelijke bevelhebbers zullen grooten invloed op „den loop van den strijd uitoefenen, meer wellicht dan het beste „materieel." En waar nu eenmaal de geringe draagkracht onzer financiën ons verbiedt om leger en vloot onbeperkt uit te breiden, waar evenzeer de noodige fondsen ontbreken om het landleger te steunen door nieuwerwetsch ingerichte forten en de vloot te versterken met slagschepen der le klasse, daar blijft ons als eenig middel, dat een aanvaller ons niet geheel onvoorbereid zal vinden, slechts dit over, dat wij kracht zoeken in gehalte, oefening en opleiding van het personeel. W. B. O.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 351