974 een aarden wal van 1 M. hoogte en 75 cM. dikte opgeworpen, waarachter een loopgraaf van 0.5 M. diepte. Nadat de kampong door de hulptroepen geplunderd 1) was, werd opgerukt naar het op 1 paal verwijderde Halat; deze kam pong was versterkt, doch werd niet verdedigd. Er bevond zich echter volk buiten de kampong, dat een dreigende houding aan nam door het vuur der colonne sneuvelden 4 man des vijands. De marsch werd voortgezet naar het op 5 paal oostw. gelegen Tomo of Tomoe, dat eveneens versterkt, doch niet verdedigd werd bevonden, en vervolgens begaf de colonne zich naar Kotting (4 paal), waar in de pastorie overnacht werdde hulptroepen werden in de kampong Nita (3 paal in Z. W. richting) gelegerd. 3 -Juni 's morgens werd de terugtocht naar Maumerie aanvaard (7 paal). Aan het voornemen om nog dienzelfden dag Tekka's- eigen kampongs Hoebing (8J paal ten O. Z. O. van Maumerie) en Wolomoede aan te tasten, kon tengevolge van de 's nachts gevallen regen, waardoor de wegen zoo goed als onbruikbaar waren geworden, geen gevolg worden gegeven. Tocht naar Hoebing en Woloemoecli. In den namiddag van den 3den Juni kwam H. Ms. „Mataram" ter reede van Maumerie. 4 Juni werd opgerukt naar Hoebing, aan welken tocht ook deelgenomen werd door de landingsdivisie van genoemden bo dem, ter sterkte van 2 officieren, 32 man, 1 officier van gezond heid en 20 koelies. Op voorstel van den commandant van H.Ms. „Mataram" werd de landingsdivisie te 8 uur van. in sloepen, gesleept door de stoomsloep, vervoerd naar de op ruim 1 uur afstands ten O. van Maumerie gelegen strandkampong Wai-Pare; hierbij sloten Re sident en Controleur zich aan. De politietroepen en hulpbenden hadden zich met den posthouder over land derwaarts begeven. Het geheel stond onder bevel van den commandant der landings divisie. Te lOu. v.m. werd van Wai-Paré in zuidelijke richting afgemarcheerd met de landingsdivisie in de voorhoede, en over 1) Plunderen en in brand steken van kampongs door de hulptroepen, die de politie later ook de marinelandingsdivisiën vergezelden, kon door de onzen niet voorkomen worden. Alleen door op die hulpbenden te vuren zou een dergelijk optreden wellicht verhinder.I kunnen zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 370