975 de goedgezinde kampong Habi te 2 uur n.m. Hoebing bereikt, dat op een steile hoogte gelegen is. Hoebing bleek noch versterkt, noch verdedigd en reeds geruimen tijd verlatende kampong werd verbrand en de tocht voortgezet naar Woloemoedi (één uur marcheerens in Westelijke richting), dat te 3 uur n.m., na een bezwaarlijken marsch, waarbij 6 diepe ravijnen werden door getrokken, bereikt werd. Ook deze noch versterkte, noch ver dedigde kampong was verlaten en ging in vlammen op. Tijdens dezen marsch vielen, na overtrekking van het eerste ravijn, eenige schoten op de achterhoede (gewapende politie) af gegeven door lieden onder aanvoering van naar beweerd werd— Tekka zelf. Na één salvo o.z. hield dat vuur op. Te 4 uur n.m. werd de terugtocht naar Wai-Pare onder nomen, waar de sloepen de landingsdivisie weer zouden opnemen. Door vergissing der gidsen kwam de colonne echter te Wai-Otong, halfweg Wai-Pare en Maumerie, aan, van waar het geheel naar Maumerie terug marcheerde, dat te 7J uur n.m. werd bereikt. Rust en orde hersteld. Volgens 's Residents meening konden de excursiën nu voorloopig gestaakt worden, daar hoofden en bevolking thans voldoende doordrongen konden zijn van het besef, dat niet Tekka maar het Gouvernement de sterkste was, en moest dien hoofden, waarvan eenige zich reeds in het tijds verloop van 28 Mei tot 3 Juni te Maumerie hadden gemeld, nu de gelegenheid gegeven worden om tot bezinning en rustig over leg te komen. 7 Juni vertrok de Resident daarom weer naar Koepang, den controleur met instructiën achterlatend. Dienzelfden dag meldde Tekka zich bij den controleur, welk voorbeeld de volgende dagen door alle vorige afvallige hoofden werd gevolgd. 10 Juni verliet H. Ms. „Mataram" de reede van Maumerie, 20 Juni kwam de Resident te Maumerie terug; de rust in deze onderafdeeling kon toen als geheel hersteld worden beschouwd. Tekka en andere hoofdschuldigen werden door de vergaderde hoofden tot dwangarbeid in den ketting buiten het gewest ver oordeeld. Sedert werden orde en rust in deze onderafdeeling niet noe menswaard meer gestoord.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 371