977
komo (komt niet op de schetskaart voor); ook mengde hij zich in
een twist tusschen de Adoenareesche kampongs Petoeng en Kota
Aling met het gevolg, dat de laatste de zijde van Adoenara verliet.
Hinga bestreed voortdurend de aan Adoenara trouw gebleven
kampong Withama, waarbij aan weerszijden dooden vielen.
Bewijzen voor den valschen rol door den radja van Laran-
toeka gespeeld, zijn nog te vinden in de volgende feiten
le. Niettegenstaande alle genoemde handelingen van Djoega,
waardoor o.m. ook de door den radja van Larantoeka volgens
diens bewering gegeven bevelen openlijk met voeten werden
getreden, kwam Djoega vaak ter hoofdplaats Larantoeka, waar
hij steeds in des radja's woning verblijf hield.
2e. Wanneer het Gouvernements s.s. „Pelikaan" Larantoeka
aandeed, verliet de radja steeds de hoofdplaats, om eerst na het
vertrek van dat schip terug te keeren, terwijl dan steeds, bij
wijze van bedreiging tegen het Bestuur, veel bergvolk ter hoofd
plaats verscheen.
Gevangenneming van den radja van Larantoeka. Al het boven
staande gaf den Resident aanleiding met H. Ms. „Mataram" en
het Gouv. s.s. „Pelikaan" met den controleur en 84 gewapende
politiedienaren onder 2 instructeurs naar Larantoeka te vertrek
ken, waar hij 1 Juli aankwam. Den radja was aangezegd, dat
het 's Residents uitdrukkelijke wil was, hem bij zich te zien,
wanneer Z.HEdGestr. weer te Larantoeka verscheen.
Don Lorenzo voldeed thans hieraan, begaf zich aan boord van
de „Pelikaan", waar hij gevangen genomen werd, omdat de maat
zijner tekortkomingen tegenover het Gouvernement thans vol
was en omdat het gevaarlijk moest geacht worden hem langer
als radja te handhaven. Per „Pelikaan" werd hij naar Koepang
overgebracht.
Een zijner bloedverwanten, Don Louis Balantran de Rosarie,
werd waarnemend radja.
Vijandelijkheden van de zijde der bergbevolking vreezend-
voor de strandbevolking, die Don Lorenzo haatte, behoefde men
geen angst te hebben werden uftgebreide maatregelen door de
intusschen gedebarkeerde politie en de landingsdivisie genomen,
ter bescherming van de hoofdplaats en der eigendommen der R.K.