982 zijde vele dooden vielen en gevangenen gemaakt werdende gevangenen werden meerendeels naar het eiland Lomblem over gebracht. De van huis en bezittingen beroofde Hinga-bevolking had voor een groot gedeelte een schuilplaats gevonden in enkele onder Kiwang-Ona ressorteerende kampongs, voornamelijk Lowadoeli. In Kiwong-Ona n.l. was een partij van verzet blijven bestaan en het nieuwe hoofd was niet in staat, of niet energiek genoeg, daaraan een einde te maken en de Hinga-bevolking uit zijn gebied te verdrijven. Dit laatste geschiedde eerst nadat de controleur aan Kiwong- Ona had laten weten, dat het weder als vijandig zou beschouwd worden, wanneer volk van Hinga in zijn gebied toegelaten werd. De Hinga-bevolking was nu genoodzaakt onder den blooten hemel te kampeeren op een waterarme hoogvlakteer heersehte groot gebrek onder hen en het stelen in de tuinen der naburige Kiwong-Onasche kampongs bracht hen met deze in conflict. Door den nood gedwongen, gaven verschillende groepen Hinga's zich over aan de getrouw gebleven hoofden van Witihama en Horo- woeia, en werden voor het meerendeel op Lomblem geïnterneerd. 16 Augustus gaven zich te La-Boenga de zes voornaamste hoofden der Hinga's over; 5 hunner werden direct gearresteerd en aan boord van de „Mataram" gebracht, welke bodem 14 Au gustus weer te Sagoe teruggekeerd was, en waarvan de landings divisie 16 Augustus eveneens naar La-Boenga was opgekomen. 17 Augustus vertrok de „Mataram" naar Koepang. Hinga werd beboet met f 5000, welke som binnen enkele dagen betaald was; de bevolking mocht wederom woningen bouwen in hun oude gebied, doch niet op de plaats der verbrande kampongs, en niet meer zoo geconcentreerd als vroeger; den op Lomblen geïnterneerden werd vergund terug te keeren. Hiermede kon Adoenara als geheel gepacificeerd beschouwd worden. 26 Augustus werd door de landingsdivisie (H.Ms. „Mataram" was 22 Augustus van Koepang teruggekeerd) en de politiemacht een marsch gemaakt van La-Boenga door het Hinga-gebied, over Kiwong-Ona naar Passer Samara, waar de landingsdivisie door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 378