987 hulptroepen, alles onder hevel van den commandant van H.Ms. „Mataram". Controleur en posthouder van Endeh zouden de excursie medemaken. Tocht naar het Watoesipi-complex. Op den bepaalden dag werden te uur v.m. in het duister de landingsdivisiën aan wal gebracht en verstoomden de schepen naar de baai van Nangabaa om zoodoende den vijand te misleiden aangaande onze voornemens, en tevens om dichter te zijn bij het object van den volgenden dag „Komandaroe" waarheen het hoofd van Nangabaa de vlucht genomen had. Het object voor den eersten dag was het kampongcomplex "Watoesipi, gelegen in een 1000 M. breed, begroeid ravijn tusschen het Wawonoea- en het Moenda- gebergte. Op het einde van een hoogen rug van laatstbedoeld gebergte lagen de kleine versterkte kampongs Worotori en Poto-Ngamboe (op schets Poto-Ngambe); op de helling van het Wawonoea- gebergte bevond zich het versterkte Toro-Modo. Eenige andere versterkingen waren bij den tocht naar Mbomba reeds door ons genomen. Te 5 uur v.m. was de troep op het strand te Endeh opgesteld en werd in twee colonnes verdeeld. De eerste colonne bestond uit het detachement mariniers van H. Ms. „Gelderland", de landingsdivisie van IT. Ms. „Mataram", 30 gew. politiedienaren en een ambulance, alles onder bevel van een luitenant ter zee 2e klasse. De marsch dezer colonne ten O. van den Goenoeng Kori-bari is op bijgaande schets aangegeven, evenals die dei- tweede colonne, welke was saamgesteld uit 3 sectiën matrozen van H. Ms., „Gelderland", 30 gew. politiedienaren en een am bulance onder een luitenant ter zee le klasse. 50 man gew. politie dienaren met hulptroepen waren tusschen Baraai en Nangabaa landwaarts in gemarcheerd, om den vijand, zoo deze naar Ko mandaroe vluchtte, op te vangen. Te 6| uur v.m. bereikte de le colonne, zonder ontmoetingen met den vijand te hebben gehad, de op 350 M. hoog gelegen bevriende kampong Worodjaa (op schets Woroodja). Doorgemar cheerd zijnde, werd Worotori bereikt, dat na onder vuur ge nomen te zijn, werd bestormd, waarop de vijand, zonder noemens- Dl. II, 1905. 68

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 383