988 waardigen tegenstand geboden te hebben, vluchtte met achter lating van één gesneuvelde. Nagenoeg op dit moment kwam de 2e colonne, zonder iets van den vijand gemerkt te hebben, te Potoe-Paddi aanvan hier uit werd tegen Poto-Ngamboe opgerukt, dat zonder tegenstand in onze handen viel. Hierna werden de beide colonnes vereenigd; van den vijand werd niets meer bespeurd, alle kampongs waren verlaten. De verlaten kampongs werden door de hulpbenden, die de colonne vergezelden, in brand gestoken, wat eensdeels niet te beletten viel en ten anderen door den President werd noodig geacht, daar door de overhaaste vlucht weinig uitwerking van het vuur en geen verdere aanraking met den vijand kon worden verkregen. De verliezen van den vijand bedroegen slechts twee dooden en vijf gewonden; de troep bekwam twee licht gewonden. Na te Potoe-Paddi een uur gerust te hebben, werd te uur de terugmarsch aanvaard (zie schets). Te 4. n.m. was de troep op het strand te Nangabaa en te 5 u. geëmbarkeerd. De gew. politiedienaren waren naar Endeh teruggekeerd, van waar zij den volgenden dag met den controleur per „Pelikaan" naar Nangabaa werden overgevoerd. Tuchtiging van Komandaroe. Na debarkement op 27 Oct. ging de landingsdivisie met de gew. politiemacht op rnarsch naar Gaso om vandaar uit tegen Komandaroe op te rukken. Tijdens den marsch werd de troep van tijd tot tijd uit de omliggende begroeide hoogten beschoten, welk vuur met salvo's tot zwijgen werd ge bracht. Gaso werd zonder, Komandaroe onder zwakken tegen stand bestormd en genomen. Ook deze kampongs werden door de hulptroepen in de asch gelegd. Op den terugmarsch werd Bedombo aangedaan, dat verla ten bleek. Na embarkement der landingsdivisiën, stoomden de schepen naar Endeh terug. Alle op 26 en 27 October bezochte kampongs waren versterkt, meestal door steenen muurtjes 1 a 1| M, hoog, waarboven een

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 384