990
tig gezag. Zijn verder heeft zich hierdoor een groote steun zien
ontvallen.
Alhoewel in Juli 1905 beide bovenbedoelde hoofden zich nog
niet gemeld hadden, kan de getuchtigde streek als volkomen rus
tig beschouwd worden.
cl Onlusten in de onderafdeeling Larantoeka der
afdeeling Larantoeka en Onderhoorigheden in 1905.1)
Oorzaak. In de laatste dagen van 1904 en gedurende 1905
was het optreden van een der bergstammen in Oost-Flores de
oorzaak van ongeregelde toestanden in deze onderafdeeling, wel
ke zulke afmetingen aannamen dat onzerzijds gewapenderhand
moest worden ingegrepen.
Uit vele kleinere en grootere gebeurtenissen toch was reeds
lang gebleken, dat de bergstammen in bedoelde landstreek, alhoe
wel het oppergezag van den wd. Radja van Larantoeka erkennend,,
een groote mate van zelfstandigheid bezaten en elkaar wegens de'
geringste onderlinge geschillen trachtten te beoorlogen, een en
ander tot groot ongerief der vreedzame strandbewoners.
Deze zeer ongewenschte toestand was door den vorigen
thans verbannen Radja aangewakkerd. Van den twist- en
roofzieken aard van enkele dier stammen had Don Lorenzo her
haaldelijk op behendige wijze gebruik gemaakt om zoowel het
Europeesch bestuur als de missionarissen in ongelegenheid te
brengen, wanneer hij zulks ter bereiking zijner doeleinden noodig
achtte, dan wel om ter hoofdplaats een paniek te doen veroor
zaken met het doel de daar gevestigde vreemde handelaren naar
zijn hand te zetten. Zoo had hij in 1901 lieden van het be
luchte, nader te noemen Lekloewo tegelijk met een andere, met
deze kampong in vijandschap levende, bergstam uitgenoodigd tot
een feest, in de hoop dat bij den twist, die natuurlijk niet zou
uitblijven, de missiegebouwen in vlammen zouden opgaan. Wel
brak er dien dag een vechtpartij uit, waarbij van weerszijden
van vuurwapens werd gebruik gemaakt en waarbij ook eenige
strandbewoners werden gedood, doch Don Lorenzo's doel werd
niet bereikt.
1) De namen in dit gedeelte van het opstel vermeld komen slechts voor een klein
deel op de schetskaart voor.
