- 993
lolong openlijk, dan wel in het geheim, de partij van Lekloewo
zouden kiezen. Yoor bedoelde tuchtiging werd noodig geoordeeld
de gezamenlijke politiemacht van het gewest Timor en Onder-
hoorigheden, wellicht ook een marine-landingsdivisie.
Genomen maatregelen in afwachting van de tuchtiging. 6 Mei
keerde de wd. Resident naar Koepang terug, na alvorens de
volgende maatregelen getroffen te hebben:
Den civiel gezaghebber werd opgedragen alle mogelijke ge
gevens te verzamelen, die zouden kunnen bijdragen tot welslagen
der voorgenomen onderneming.
De wd. Radja werd aangespoord om door tusschenkomst van
het ons goedgezinde districtshoofd van Wolo alsnog te trachten
de lieden van Lekloewo langs minnelijken weg tot onderwerping
te brengen.
Het medegebrachte detachement gewapende politiedienaren
bleef voorloopig te Larantoeka tot beveiliging van de hoofdplaats
en omstreken.
35 tromplaadgeweren met de noodige munitie werden ter be
schikking van den civiel gezaghebber gesteld ter bewapening-
van bevolkingspatrouilles.
Den Soloreeschen Radja's werd vergund met hun volk naar
hunne haardsteden terug te keeren.
De civiel gezaghebber kreeg de beschikking over een gewa
pende adviesboot tot het zoo noodig overbrengen van spoed
berichten naar Koepang.
Aan Lekloewo werd een boete van f 1500 opgelegd.
Gebeurtenissen tot aan de komst van het detachement van Timor-
Koepang te Larantoeka.
In de laatste helft van Mei scheen het dat Lekloewo het hoofd
in den schoot zou leggen, althans de hoofden waren niet on
genegen de opgelegde boete te voldoen. Men was reeds bezig het
benoodigde bedrag bij een te brengen, toen een z.g. „orang berani"
zich tegen boetebetaling verzette en het daartoe bijeenbrengen
van geld verbood, waarop ook de tot onderwerping geneigde
hoofden hun reeds gestort aandeel terugnamen.
Vernomen werd dat de lieden van Lekloewo hunne bezittingen
reeds verborgen in rotskloven, hetgeen beteekent dat op de komst