1000
Een andere reden was de vrees, dat de oefening in de behan
deling van het handvuurwapen ten koste zou komen van de
eigenlijke artilleristische oefeningen.
Genoemde bezwaren hebben echter niet kunnen beletten, dat
(we meenen in 1887) toch tot de invoering van het geweer mo
del 71 voor de geheele vestingartillerie werd overgegaan. In 1898
werd dit vervangen door het geweer model 95, dat sinds 1901
weer plaats gemaakt heeft voor de karabijn model 95.
Gaan we nu na of de hierboven onder 1 en 2 genoemde re
denen ook voor Indië gelden.
Het Indische veldleger bezit geen zware batterijen en dit zal
de eerste tientallen van jaren wel zoo blijven, terwijl van be-
legeringstreinen h. t. 1. geen sprake kan zijn.
Zoolang de bereden artillerie hare tegenwoordige geringe sterk
te heeft, zou het onverantwoordelijk zijn tot invoering van zwaar
geschut over te gaan.
Het lichte veld- (en berg-) geschut moet nummer één zijn zoo
lang we hiervan niet het noodige hebben, is de invoering van
iedere andere geschutsoort uit den booze.
Indeeling der bestaande korte vuurmonden der vestingartille
rie is, afgezien van de geringe schootsverheid van den mortier
van 12 cM. A., wel ondenkbaar, omdat we deze vuurmonden voor
de stellingen broodnoodig hebben.
Onder punt 1 is echter ook besproken de kwestie van voor
ziening in eigen beveiliging van de werkzaamheden in het tus-
schenterrein.
Evenals overal elders, zullen ook wij bij de verdediging eener
stelling onze tusschenbatterijen een woordje mee laten spreken,
ten minste indien het ons gelukt deze tijdig op te werpen. Dat
dit hier door de vestingartillerie zelf zou moeten geschieden is een
onmogelijke eisch, omdat wij er eenvoudig de werkkrachten voor
missen. Wat na aftrek van de artilleriebezettingen voor de ver
schillende forten en werken nog zal overblijven voor den dienst
in de tusschenbatterijen, wagen we liever niet onder cijfers te
brengen; laten we volstaan met te zeggen dat het uiterst mi
niem zal zijn en dat, als er per batterij een volledige bediening
kan worden ingedeeld, we in onze handen zullen mogen wrijven.