SCHEIDING VAN INTENDANCE EN COMPTABILITEIT.
In de Februari-aflevering van het Indisch Militair Tijdschrift
komt een door Criticus geschreven opstel voor over eene schei
ding van intendance en comptabiliteit. Door toevallige omstan
digheden, kwam dat artikel eerst dezer dagen onder mijne oogen,
zoodat mijne reactie wel wat laat komt.
Mogen niettemin mijne beschouwingen ter zake nog eenige
belangstelling wekken bij de lezers van dit tijdschrift! Het kan
geen kwaad, omtrent dit onderwerp ook eens het oor te leenen
aan een stem uit den boezem der militaire administratie zelf,
tot welk dienstvak ik Criticus, op grond van de door hem ont
wikkelde beschouwingen, vermeen niet te mogen rekenen.
Naar mijne meening is het Indische leger met betrekking tot
zijne intendance er nog niet zoo slecht aan toe, als de lezing van
het artikeltje van genoemden schrijver wel zou doen vermoeden.
Niet, dat ik zou willen zeggen dat daarbij niets meer zou zijn te
verbeteren. Integendeel, van de volmaaktheid zijn wij nog verre
verwijderd, en het is de vraag of wij die zelfs ooit nabij zullen
komen, maar, zooals het spreekwoord zegt: „"Wie zich aaneen
ander spiegelt, spiegelt zich zacht". Wanneer we de toestanden
op intendance-terrein vergelijken met die in verschillende rijken
in Europaom te beginnen met die in ons eigen vaderland, dan
twijfel ik er niet aan of summa summarum zou de balans nog
doorslaan naar de zijde van de intendance van het Indische leger.
Het zou mij te ver voeren deze vergelijking hier voor de le
zers te ontwikkelen. Ik bepaal mij er dan ook toe er op te wij
zen, dat de dienst waartoe ik de eer heb te behooren, sedert aan
de opleiding der officieren veel meer wordt gedaan dan vroeger en
de begrippen van wat men van hem kan en mag vorderen ook
bij de bevelvoering niet meer zoo averechts, vaag en onduidelijk
zijn als voorheen, zijn taak in het leger op waardige wijze
vervult. Het gehalte van de officieren is belangrijk verbeterd,