1009 herziening van die instructie en wijziging, althans van de redac tie van enkele bepalingen, ten zeerste aanbeveling zouden ver dienen, maar tegen de uitdrukking „het dooreenhaspelen van le- ger beheer en leger verpleging" wil ik dadelijk opkomen. Zij staan mijns inziens met elkander in het nauwste verband, zoowel in tijd van vrede als van oorlog. Eene scheiding van beide zaken is naar het mij voorkomt zelfs niet consequent door te voeren. Alleen bij een goed beheer is een rationeele verpleging mogelijk. Een slechte administratie zal daarop den nadeeligsten invloed uitoefenen. Dit zal den lezer wellicht eenigszins vreemd in de ooren klinken; moge het mij gelukken hem straks met mijne zienswijze te doen instemmenIntusschen kan uit het voren staande reeds blijken, waarom het naar mijne meening goed ge zien is, dat de Hoofdintendant tevens chef is over alle kwar tiermeesters en magazijnmeesters. „En wat de Hoofdintendant is voor geheel Indië heet het ver- „der in Criticus' opstel is de zelfstandige majoor-luitenant ko lonel-intendant (1) voor het gewest. Volgens zijne instructie „dezelfde samenhooping van uiteenloopende werkzaamheden, de zelfde overkropping met administratief werk." Vergun mij lezer U te verzekeren, dat de beweerde over eenstemming van de betrekkingen van hoofd- en gewestelijken intendant niet in die mate aanwezig is, als uit vorenstaande be woordingen zou zijn op te maken. Dat het door eerstbedoelde auto riteit te voeren beheer belangrijk verschilt met dat van laatst genoemde gewestelijke chefs, zal ieder ingewijde toch wel moeten toegeven. Ook heeft de te vervullen taak een geheel ander karak ter, daar het bij den gewestelijken intendant in hoofdzaak aankomt op de uitvoering van de gegeven bevelen en opdrachten, terwijl de Hoofdintendant ook als chef van eene afdeeling van het Depar tement van Oorlog optreedt en als zoodanig op last maar ook namens den Departementschef beslissingen moet nemen, rege lingen treffen en bevelen geven. Voorts geeft hij als dienstchef de leiding aan en behoort adviezen te geven over zaken, waar mede de gewestelijke intendance geene bemoeienis heeft. „Te onzaliger ure verbonden", zegt Criticus verder, „blijken intendance en administratie kwalijk samen te gaan en wordt 1) Dus ook de zelfstandige kapitein-intendant.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 405