1012 geen weg meer wist door de verschillende verordeningen, die naar aanleiding van de Indische comptabiliteitswet waren uit gevaardigd, en waarvoor men niet altijd een even goede uitleg ging kon geven. Wat of eigenlijk die „comptabele" bezwaren waren wist de spreker dan ook gewoonlijk zelf niet. Intusschen vermoed ik, dat met dien comptabelen arbeid door Criticus wordt bedoeld de ordonnanceering en het opmaken en bewaken der begrooting bij het Departement van Oorlog en de mandateering bij de gewestelijke intendances en wat daaraan annex is. Is dit juist, dan kan die overlading van werk daarvan het gevolg niet wezen. Althans niet bij den gewestelijken dienst. Daarmede wil ik niet zeggen, dat het op de intendance bureaux niet druk kan zijn. Integendeel en wel voornamelijk op de bureaux van die intendances, waarbij organiek een hoofdofficier van dien dienst is ingedeeld, kan er een groote hoeveelheid schriftelijken arbeid te verrichten zijn. Ik meen echter te mogen betwijfelen of dit geschrijf in hoofdzaak het gevolg is van de mandateering, mijns inziens wordt het voornamelijk veroorzaakt door de zorg voor de materieele belangen van het leger, d.i. de verpleging van den troep. De garnizoenen in Indië zijn talrijk en dikwijls op groote afstanden van elkander en van de standplaats van den intendant verwijderd. Deze omstandigheid brengt van zelf eene belangrijke correspondentie met zich mede. Briefwisseling met militaire com mandanten, met kwartiermeesters en magazijnmeesters, welke beide laatsten de organen vormen tot uitvoering van de bevelen van den intendant, waar het aangelegenheden betreft aangaande de verpleging. Voor de aanschaffing van alle daartoe benoodigde zaken moeten transactiën worden aangegaan, overeenkomsten gesloten, en is de intendant de persoon om de machtiging te verleenen, de voorwaarden te redigeeren of te beoordeelen, advies te geven, enz. Bij dit alles speelt de dubbeltjes-quaestie ook een belangrijke rol, al kan menig troepen officier dit niet zoo grif toegeven. Ook is het zaak de overeenkomsten zóó te sluiten, dat men goede waar kan erlangen voor zijn geld en dat moeilijk heden met de aannemers worden voorkomen. Voor eene goede verpleging van den troep is dit een eerste zorg. Daar even zeide ik het reeds, ik zou onder de verpleging van den soldaat willen verstaan de zorg voor zijne stoffelijke belangen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 408