1014 Afdeeling op Java kwam zij neer op het verwisselen, op het Bureau van den Gewestelijken Intendant, van den luitenant-kwartier meester belast met de mandateering, met een majoor-kwartier meester, die in verband met het bepaalde in de vierde alinea van artikel 13 voor de Instructie voor de Gewestelijke Intendanten nog onder een scherpe controle is gesteld van zijn chef. Mijns inziens had men beter gedaan de mandateering bij de intendance tot een minimum te beperken, door vele betalingen, die nu op mandaat ge schieden, te doen bewerkstelligen uit militaire kassen. Te Batavia bv. door den kwartiermeester van het subsistentenkader, op de buitenbezittingen door de kwartiermeesters van de garnizoenen van de standplaats van den Intendant. Alle intendance-afdeelin- gen waren dan gebaat geweest; er was ook een niet onbelangrijke besparing van uitgaven aan verbonden kunnen worden. De kas sen van de kwartiermeesters waren wat grooter geworden, maar dit behoefde geen principieel bezwaar te zijn. En den kwartier meester van het subsistentenkader te Weltevreden had men, in verband met zijn grootere geldelijke verantwoordelijkheid, den rang van majoor kunnen geven. De „kwartiermeester" was meer in zijn rol van kashouder en betaler gebleven, van comptabel landsdienaar. Naar mijne meening is het niet noodig dat door hem in de legerorganisatie een geheel bijzondere stelling wordtingenomen, hij blijve ondergeschikt aan en onder toezicht van de intendance. Voor de controle van zijn administratieven arbeid, n.l. de door hem in te dienen papieren, bezitten wij eene Algemeene Reken kamer, en wat aan dit college uit de stukken niet kan blijken, kan en moet aan de Intendance worden overgelaten. Deze moet voortdurend acht geven zoowel op den geldvoorraad in de kas. sen als op den goederenvoorraad in de magazijnen, en door haar kan het best worden geoordeeld of de kwartiermeesters en ma. gazijnmeesters zich op afdoende wijze kwijten van dat deel van den verplegingsdienst, waarmede zij zijn belast. De bewering van Criticus, dat de troepenofficier, „die na af loop der studiën bij de intendance gedetacheerd wordt alras bemerkt, dat „de werkkring dien hij zich denkt te kiezen een geheel andere is dan hij zich heeft voorgesteld," is te curieus om daarbij niet een oogenblik stil te staan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 410