1015 Sinds het bestaan van de Hoogere Krijgsschool is er van het Indische Leger slechts één troepenofficier geweest, die de stu diën voor de intendance aan die inrichting heeft gevolgd. Is het de ervaring door dien eenigen adspirant voor de intendance op gedaan, welke hier wordt weergegeven? Naar mijn gevoelen behoeft er niet zooveel vrees te bestaan voor het „controleeren van den administratieven dienst bij de korpsen." Een speciale opleiding voor het uitoefenen van die controle is mijns inziens geheel onnoodig. Zij, die met voldoen de vermogens zijn toegerust, in het bezit zijn van een goeden aanleg, een helder oordeel en de noodige accuratesse, kunnen zich binnen een korten tijd geheel op de hoogte hebben gesteld van de wijze waarop die administratie wordt gevoerd. Hare inrich ting is niet zoo moeilijk en ingewikkeld als wel eens wordt beweerd, en hij, die met ernst de studiën aan de Hoogere Krijgs school heeft gevolgd, kan niet anders dan die inrichting ver laten, toegerust met de vereischte kennis om al zeer spoedig den weg te vinden in de militair-administatieve bepalingen. Een zich vergissen in den aard der werkkring is dan ook niet mogelijk. Dat kan alleen hij, die zich daarvan van meet af aan of willens en wetens geen goede voorstelling heeft gemaakt. Criticus verwacht voorts meer mededinging van de zijde der troepenofficieren indien de intendance een open dienstvak ware. Ik waag het ook in dit opzicht met hem van opinie te verschil len, en durf zelfs de vraag te stellen of een dergelijke formatie het peil der intendance-officieren niet zeer zou doen dalen Zou de er dan nog sprake kunnen zijn van de speciale opleiding, zooals wij die nu hebben? Te veel wordt over het hoofd gezien, dat de studiën voor de intendance, meer dan die voor den tac- tischen cursus aan de Hoogere Krijgsschool, het doel hebben de leerlingen tot in verschillend opzicht deskundige personen te vormen. En dan gaat het toch niet aan om de eenmaal met zoovele kosten opgeleide officieren, nadat zij bovendien nog prac- tische ervaring hebben opgedaan, op een gegeven oogenblik, wan neer de promotie dit gebiedt, weer naar hunne wapens en dien sten terug te zenden. Door eene dergelijke regeling vertrouwt Criticus voor de In tendance troepenofficieren te winnen, die bijzondere geschiktheid

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 411