1016 -
voor de legerverpleging toonen te bezitten. Een intendant be
hoort in de eerste plaats een goed legerverpleger te zijn, als le
gerverpleger uitstekende eigenschappen te hebben.
Eenige toelichting op dit woord legerverpleging kan hier op
hare plaats wezen. Het komt mij voor dat het wel eens ge
bruikt wordt, zonder dat men weet welke beteekenis daaraan
is te hechten, en vooral zonder dat men zich rekenschap geeft
van de taak die de intendance met betrekking tot de verpleging
voor het leger heeft te vervullen. Gaarne wil ik toegeven dat
een intendant in de eerste plaats een goed legerverpleger moet
wezen, maar ook de troepenofficier behoort een goed veiplegei
te zijn van zijne onderhebbende manschappen. Het verband is
met betrekking tot de verpleging zelfs veel nader tusschen die
officieren en den troep, dan tusschen deze en den intendant.
Alleen als de intendance voor de door haar in het belang eener
goede verpleging genomen maatregelen kan rekenen op den steun
en de medewerking van de troepenofficieren, die weer voor zoo
veel noodig geholpen moeten worden door de voor den verple
gingsdienst aangewezen kwartiermeesters en magazijnmeesters,
alleen dan is een goede zorg voor den troep mogelijk, alleen bij
het aanwezig zijn van deze gegevens kan de man het goed hebben.
De troep moet in staat zijn voor zich zelf te zorgen, bij het
betrekken van bivaks zich dekking tegen weer en wind leeren
verschaffen, zijne spijzen weten te bereiden uit de door de in
tendance aangevoerde grondstoffen en met de soms geringe en
gebrekkige hulpmiddelen voor een en ander zich kunnen behelpen.
De troepen-officieren moeten hierin de vereischte leiding weten
te geven en uitmunten door een practischen bHk bij de keuze
van hun maatregelen, zoodat van de krachten van hunne onder
hebbenden niet meer dan noodig is wordt gevergd. De eigen
schappen, welke hem tot sieraad zullen strekken als bezorger
van het stoffelijk welzijn zijner minderen, kunnen evenwel dit
moge reeds uit het vorenstaande voldoende gebleken zijn niet
dezelfde zijn, als die welke de intendant moet bezitten om aan zijne
roeping goed te kunnen beantwoorden. Daarvoor heeft de zorg
van de zijde der intendance een ander karakter. Zij behoeft er
slechts voor te waken, dat het voor de verpleging benoodigde
tijdig ter beschikking van de belanghebbenden kan worden gesteld.