MACHINEGEWEREN.
Hoewel in den laatsten tijd het vraagstuk der machinegewe
ren meermalen ter sprake kwam, of wellicht juist om die reden,
achten wij het niet ongewenscht een kort overzicht te geven
van den stand van het vraagstuk in den aanvang van dit jaar.
Wanneer over meerdere gegevens, den oorlog in Oost-Azië
betreffende, zal beschikt worden, zullen hieruit vele lessen voor
het tactisch gebruik van mitrailleurs in den veldoorlog geput
kunnen worden.
Gaarne brengen wij hulde aan de behandeling van dat onder
werp in 1901, in het I. M. T. door den kapitein van den Belt:
„Mitrailleurs bij den Troep", in 1902, in de Extra-Bijlage No. 9
van dat tijdschrift in het „Verslag van de commissie tot onder
zoek van het mitrailleurvraagstuk", en last not least, door den
toenmaligen Redacteur van het I. M. T. in 1904, in de Indische
Krijgskundige Vereeniging: „Machinegeweren en hun gebruik
in den veldoorlog", doch sedert werd wederom een stap voor
waarts gedaan en achten wij het niet ondienstig nogmaals op
het onderwerp in te gaan.
Uit den aard der zaak zijn de gegevens nog onvolledig en kan
men uit de wisseling van inzichten duidelijk bespeuren, dat eene
oplossing in eene bepaalde richting, wat het laatste betreft, nog
niet werd gevonden.
In Midden-Europa teekent die zich echter reeds eenigermate.
De mitrailleurafdeelingen worden er in vredestijd voornamelijk
ingedeeld aan de grenzen, toegevoegd aan de daar gelegerde cava
lerie en grens- of bergtroepen. De gevechtswaarde dier troepen
wordt hierdoor belangrijk verhoogd. Na met deze troepen mede
gewerkt te hebben tot dekking der mobilisatie of tot voorkomen
van eene schending van neutraliteit, als anderzins, komen ze het
eigenlijke veldleger ten goede.
Als bekend, werden de machinegeweren het eerst gebruikt in