1036 Ook cliaagbare mitrailleurs, of liever automatische geweren, zijn in beproeving, en wel, het stelsel Mondragon, kaliber 7 m.M., gewicht 4.1 K.G., 60 schoten per minuut, en het stelsel Goby, zesloops, kaliber 5 m.M., gewicht 4.5 K.G., 40 schoten per minuut. Rusland. Men heeft er rijdende en bergmitrailleurcompagnieën. De eer ste van 8 Maxims, kaliber 7.62 m.M., op affuit en met voor wagen, getrokken door een tweespan, cle laatste eveneens 8 Maxims, ieder op een draagdier. De compagnieën hebben respec tievelijk 8 patroonkarren en 16 munitiedraagdieren. De tegen woordige munitieuitrusting der compagnieën is niet bekend. "Vroeger was zij 5850 patronen per geweer. Een rijdende mitrailleurcompagnie telt 5 officieren, 95 min deren en 56 paarden; een bergmitrailleurcompagnie 5 officieren, 119 minderen en 56 paarden en draagdieren. De compagnieën worden aan infanteriedivisies toegevoegd en bi) een ïegiment ingedeeld. Thans worden ook compagnieën aan de cavalerie toegevoegd. Nadere details zijn echter nog niet bekend. Italië. Ook hiei veikeeit men nog in het stadium van proefnemingen. In Eijthraea is een Maxim machinegeweerafdeeling. Eveneens op Sardinië waar bij de kustartillerie sedert 1902 vier Maxims in beproeving zijn. In het in 1903 uitgegeven voorschrift voor vei kenningen is reeds vooruitgeloopen op het toevoegen van machinegeweren aan verkennende infanterie en cavalerie. Engeland. Hiei, doch vooral in de koloniën, worden mitrailleurs op groote schaal toegepast. Men beschikt over meer dan 1000 machine geweren van verschillende stelsels, doch vooral Maxims, Norden- feldt en Gardner, allen echter geschikt voor de infanteriepatroon van 7.7 m.M. Een gevolg van hun veelvuldige toepassing in den strijd tegen onbeschaafde volken is het algemeen bezigen van hooge affuiten, om de bediening gemakkelijk en het uitzicht ruim te maken. Zulke affuiten zijn echter in den strijd met beschaafde volken beter voor de verdediging dan voor den aanval. De hooge op-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 432