645
Europa zoogoed ais geene reeds in vredestijd bestaande bere
den infanterie wordt gebezigd.
Zulks is zeer begrijpelijk.
Om dit aan te toonen, dient eerst de vraag beantwoord, waar
toe bereden infanterie bij de oorlogvoering in Europa zou dienen.
Het antwoord hierop luidtHoofdzakelijk, evenals thans de En-
gelsche bereden infanterie, tot steun en ontlasting der cavalerie,
d.w.z. tot verhooging der defensieve kracht van dit wapen en
tot vergemakkelijking van zijn offensief optreden. Niettegen
staande modern bewapende, uitgeruste en opgeleide cavalerie,
doelmatig gebruikt, veel minder afhankelijk is van de andere
wapens dan vroeger, kunnen aan de ruiterij opdrachten ten deel
vallen, waarbij zij de medewerking van infanterie of artillerie
of van beide niet kan ontberen.
Bepalen we ons tot den. steun door infanterie. Is het noodig,
daartoe zijn toevlucht te nemen tot een zoo dure organisatie als op
paarden bereden infanterie, waar nog andere wegen naar hetzelfde
doel leiden? Dat een wapen, bestaande uit te paard gezeten
manschappen die een volledige opleiding als infanterist genoten
hebben, duur is, minstens even duur als cavalerie, behoeft geen
betoog, want minderwaardige of voor de ruiterij niet meer ge
schikt geoordeelde paarden zijn ook voor bereden infanterie van
weinig nut; dit leert ons bv. de geschiedenis van de remon-
teering der Russische bereden infanterie-ordonnansenaanvan
kelijk meende men voor dit doel te kunnen volstaan met paar
den die voor den dienst der ruiterij waren afgekeurd, maar ook
hier bleek goedkoop, duurkoop te zijn en zag men zich verplicht
een eigen remontewezen voor de infanterie in het leven te
roepen. 1)
Onder de andere wegen die naar hetzelfde doel leiden noem
ik in de eerste plaats de rijwiel-infanterie. Na hetgeen hier
omtrent onder „Frankrijk" werd medegedeeld en onder verwij
zing naar het „Bericht betreffende de organisatie enz. eener
volledige compagnie wielrijders" van de hand van den kapitein
J. J. W. van Bennekom (Extra-bijlage I. M. T. No. 10) en naar
het opstel van genoemd officier: „Het rijwiel in het Leger" in
1) Yierteljahrshefte enz. 1904-.