646
het Orgaan der Indische Krijgskundige Vereeniging 1903, kan ik
hierover verder zwijgen. Alleen nog het volgende: het groote na.
deel aan wielrijders toegeschreven, nl. dat zij buiten de wegen
meestal onbruikbaar zijn, kan voor het doel dat ik hier op het
oog heb niet geldende aan de cavalerie toegevoegde infanterie
immers zal in den regel de grossen der ophelderingsafdeelingen
volgen en ook deze zullen zooveel mogelijk van bestaande wegen
en paden gebruik maken.
Volledigheidshalve zij hier nog medegedeeld, dat behalve Frank
rijk ook andere mogendheden rijwiel-infanterie als steun der cavale
rie in het leven geroepen hebben. Zoo deed de Italiaansche minister
van oorlog bij de beraadslagingen over de oorlogsbegrooting 1903—
1904 de toezegging, dat in de toekomst de Bersaglieri-regimenten
zouden bestaan uit 11 compagnieën en 1 wielrijdercompagnie; deze
laatste compagnieën der onderscheidene regimenten zouden in 't
bijzonder dienen om aan groote cavalerie-afdeelingen te worden
toegevoegd 1).
In België bestaat elk der 4 bataljons van het Karabinier-regi-
ment, te Brussel in garnizoen, uit 3 compagnieën te voet en 1
wielrijdercompagnie; de 4 wielrijdercompagnieën dienen om,
aan de cavalerie toegevoegd, dit ook in België te zwak geachte
wapen eenigermate te ontlasten 2).
Een tweede middel dat in staat stelt de cavalerie op minder
kostbare wijze dan door toevoeging van op paarden bereden
infanterie zoonoodig den vuursteun van infanterie te verzekeren,
bestaat in de toevoeging van machinegeweren, die door den
commandant Picard in zijn vroeger reeds genoemd artikel in de
Journal des Sciences militaires 1901 met den naam van „gecon
denseerde bereden infanterie" worden bestempeld.
In Duitschland waren bij de Kaisermanoeuvres in 1903 bij elke
cavalerie-divisie 2 machinegeweer-afdeelingen ingedeeld; thans
bestaan daar 17 machinegeweer-afdeelingen, nl. 13 (waarvan 2
tot de Garde behooren) in Pruissen, 2 in Beijeren en 2 in Sak
sen 3). In 1903 behoorden zij nog tot de jager-en infanterieba-
taljons, doch alles wijst er op, dat die indeeling geen blijvende zal
1) Jahrbücher 1903. Juli-December.
2) Mil. Wochenblatt 1904 Ro. 109.
3) Revue mil. des armées étrangères. Dec. 1904.