"V -A_ IR, X A_.
Kort overzicht van den stand van zaken op het eiland Timor.
In den nacht van 19 op 20 Augustus jl. had een inval plaats in de
kampongs Bipollo en Noenkoeroes, gelegen in het gouvernementsgebied
aan de Koepangbaai, door bewoners van de landschappen Takaïb, Taibokko,
Pasi, Benoe, Tefnai en Manseboit, daartoe aangezet door den pretendent
keizer van Sonnebait. Gedachtig aan het„de geschiedenis van één uur
is het gevolg van de geschiedenis van eene eeuw en is op zich zelf weer
de kiem voor de geschiedenis van een volgende eeuw", zal een kort over
zicht van het ontstaan van de tegenwoordige verhoudingen op het eiland
Timor niet alleen licht verschaffen omtrent de aanleiding tot dien inval,
doch tevens tot de te volgen gedragslijn in de eerstkomende jaren.
Behalve uit een smalle strook gouvernementsgebied om de Koepang
baai en de vallei van Atapoepoe bestaat het Kederlandseh gedeelte van
het eiland Timor uit een veertigtal onafhankelijke staatjes, die het gou
vernement (Mai Bapa Compenie) als opperheer erkennen. Vroeger beston
den op Timor twee groote rijken nl. Sonnebait en Waiwikoe-Waihale, van
welke de verschillende onderdeelen langzamerhand een zekeren graad
van onafhankelijkheid jegens hun vorst verkregen. Zoo verbrokkelde
Sonnebait geleidelijk in de landschappen Amakono, Takaïb, Mollo, Mauoe-
bait, Tefnai en Benoe, terwijl de keizer van Sonnebait ten leste alleen
nog maar direct gezag uitoefende in het kleine rijkje Nefoe, waar de
keizersfamilie haar zetel te Kaoniki behield. De hooiden van genoemde
staatjes behielden echter hun titel fettor (eigenlijk feitor van het Portu-
geesche factor) welke titel een afhankelijkheid van een opperheer uitdrukt,
terwijl zij zich cijnsplichtig bleven achten aan den keizer van Sonnebait,
die, hoewel zijn materieele macht grootendeels verloren was gegaan, toch
nog, als drager van het oude erfelijke gezag, grooten invloed op den
gang van zaken uitoefende.
De laatste keizer van Sonnebait stierf in 1886 en van de zijde van het
Bestuur werden geen maatregelen genomen om uit de talrijke familieleden
een opvolger aan te wijzen. Het gevolg was dat enkele pretendenten
zich opwierpen, waarvan er één, de tegenwoordige pretendent-keizer te
Kaoniki, den meesten invloed verkreeg.
In Juni en Juli 1903 achtte de toenmalige resident Heckler het noodig