1058 En eenvoudig gesteld, begrijpelijk van inhoud voor een ieder, is het werkongekunsteld, zonder grooten omhaal van woorden en zonder onnoo- dige geleerdheid heeft de schrijver zijne beschouwingen naast een nauw keurig verslag van den ganschen tocht op papier gezet. In een gaandeweg aan vlotheid winnenden stijl heeft hij de te ver werken stof tot een goed geheel weten te vereenigen en een werk gele verd, dat algemeene waardeering en eene ruime verspreiding verdient. Nog zij ten opzichte van den inhoud gezegd, dat uit enkele gedeelten (o.a. hoofdstuk I en II Aanhangsel) op te maken valt, dat de uit Neder land gedetacheerde artillerie-officier voor de eerste maal het oorlogspad betrad; hier en daar toch worden beschouwingen geleverd, die den er varen veldofflcier minder vermeldenswaardig zouden voorkomen en die reeds meerdere malen in militaire tijdschriften besproken werden. Wellicht echter wint het boekdeel juist hierdoor aan waarde voor hen, die zich zoo moeilijk een juist beeld kunnen vormen van het leven van den sol daat te velde en de moeilijkheden, waarmede zoowel officieren als man schappen te kampen hebben. Een woord van lof komt luitenant Kempees voor zijn arbeid toe, doch eveneens aan den tegenwoordigen Gouverneur van Atjeh en Onderhoo- righeden, den kolonel G. C. E. van Daalen, die het plan voor het werk ontwierp en den schrijver de gelegenheid opende om het samen te stellen. Ten slotte zij ook hulde gebracht aan den officier van gezondheid le ld. H. M. Neeb, voor zijne talrijke photographisehe opnamen, die hij belangeloos ter beschikking van den schrijver stelde. Wat de uitvoering betreft, deze is goed; met flinke letter op degelijk papier gedrukt, vormt het net gebonden boek met zijne talrijke kaarten en platen een smakelijk geheel, waarvan den uitgever J. O. Dalmeijer te Amsterdam alle eer toekomt. Toch moet mij één opmerking van het hart. Toen indertijd op Atjeh besloten werd om in Nederland het werk uit te geven, meende men dat Indië niet in staat was eene behoorlijke uit gave te leveren. Deze uitspraak nu is dunkt mij gedeeltelijk gelogen straft door het feit, dat de autotypieën (lithographische reproductie der photographiën), die in het geneeskundig rapport dezer excursie (extra- bijlage Ind. Mil. Tijdschrift no. 15) zijn ingelascht, in geen enkel opzicht onderdoen voor die in dit boekwerk opgenomen. Gaarne beëindigt de redactie deze bespreking met het uiten van den wensch, dat dit geschrift in veler handen moge komen en behalve vele lezers, ook vele koopers moge trekken, opdat de steun voor de nagelatene betrekkingen der gevallenen bij van Daalen's tocht niet bij een moreelen blijve, doch een flinke financieele zal blijken te zijn. Eed.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 454