1064
Overigens mocht zonder bijzonderen last niets vernield of ver
brand worden.
Bekend was, dat behalve de oude benteng Belang aan de W.
zijde van den weg naar Anak Galong, 200 M. ten Z. van de L.
van Lamtengah, nog de missigit Lamtengah, 40 M. W. v/d
kampong van dien naam gelegen en het huis van T. Machmoed,
in het midden dier kampong, versterkt waren en dat zich 100 M.
ten ~W. van den W. rand van kampoeng Lam Tengah eene aarden
versterking bevond.
Eene sectie artillerie zou met het detachement van 75 man dei-
posten gestationneerd worden bij de brug over de Kroeng Lingkar.
De cavalerie werd, na aftrek van eene patrouille ter sterkte
van 1 gegradueerde en 8 man, die de colonnecommandant ter
zijner beschikking hield en een paar ordonnansen bij elk dei-
bataljonscommandanten, eveneens bij de brug over de Kroeng
Lingkar opgesteld op den weg Siroen Ganie om de vijandige
Atjehers te beletten naar de Atjeh-rivier op te dringen, in Z. O.
richting langs de Kroeng Lingkar te verkennen en overigens aan
den linkeroever dier rivier te blijven.
De genietroepen zouden de eventueel te nemen versterkingen
opruimen en nader aan te wijzen huizen verbranden.
De wd. controleur, de le luitenant Yosmaer, zou de colonne
vergezellen.
Tusschen 31/2 en 4 u. n.m. kwamen de verschillende afdee-
lingen per extratrein of te paard te Lambaroe aan. Te 4 u 10'
werd het bevel tot den afmarsch gegeven.
De beide sectiën artillerie met hare dekking (50 bajonnetten)
gingen voorop om eene stelling op of nabij den weg Lambaroe-
Ana* Galoeng, ter hoogte van de afgebroken brug 1100 M.
van eerstgenoemde plaats, met het front naar de kampong Lam
Tengah en de versterking Belang, in te nemen.
De hierop volgende cavaleriepatrouille van den wachtmees
ter en 8 ruiters had bevel 500 M. Z. van Lambaroe den
weg te verlaten en het terrein in de richting van de bovenge
noemde missigit te verkennen.
Het 5e Bataljon verliet eveneens en op hetzelfde punt den
weg en vervolgde in voorloopige gevechtsformatie den marsch
door de O. van den dijk gelegen sawah's.