1069 Voor den aanval op den linkervleugel worden aangewezen het 12e Bataljon infanterie, het 14e Bataljon infanterie, een peloton cavalerie, twee sectiën bergartillerie en een detachement genie troepen. De aanval geschiedt door het 12e Bataljon op de positie in Lam Tengah-Oost en Lam Manjang, terwijl het 14e Bataljon de reserve vormt. Als algemeene reserve blijft te Koeta Radja achter het 5e Bataljon, een sectie bergartillerie en een peloton cavalerie. Aan elk der bataljons en aan de brigades marechaussee wor den dwangarbeiders toegevoegd voor het dragen van reserve munitie en van tandoes, deze laatsten ook bij de sectiën artil lerie. Bij elk bataljon is een officier van gezondheid met het noodige ambulancepersoneel en materieel. Tot den staf van den bevelhebber behooren: de chef van den staf luit. kol. van Vliet, de commandant der bereden Artillerie luit. kol. Boetje. de gewestelijke artillerie commandant majoor Gaade. de eerstaanwezend officier van gezondheid luit. kol. Bleekrode, de gewestelijk intendant majoor Boers, de kapitein van den generalen staf Kronouer. de commandant der cavalerie ritmeester Jhr. de Lannoij. de kapitein adjudant Smits, de le luitenant adjudant Kroesen. de le luitenant adjudant Kilian. de le luitenant Asselbergs. De colonnes moeten te 4 u.v.m. tot den afmarsch gereed staan het 6e Bataljon te Ketapan Doea, de colonne van Heutsz idem, het 9e Bataljon bij den kogelvanger te Blang, achter den spoor dijk, het 12e Bataljon te Larntih, het 14e idem. De bevelhebber bevindt zich bij de reserve, kogelvanger Ke tapan Doea. Aan de commandanten der bataljons kunnen uit den aard der omstandigheden geene bepaalde bevelen voor de uitvoering hun ner opdrachten worden gegeven. Voor het gereede bereiken van het doel is van het meeste belang, dat door de verschillende colonnes op hetzelfde oogen- blik en dus gelijktijdig worde opgerukt, dat zoo snel mogelijk

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 465