1071 rand van het verlaten gedeelte van Lam Manjang Z. W. van het punt waar de weg Lamtih—Blang Kala in twee voetpaden over gaat. De loopgraaf schijnt verder door te loopen naar den meest Z. O. hoek van kampong Lam Manjang en verder langs den Oost- rand van den smallen strook klappertuin tot aan Lam-Isi; een dezer versterkingen is met een lila bewapend; eene versterking bij den verkoolden dooden boom in den N. O. hoek van het verlaten gedeelte van Lam-Isi; waarschijnlijk eene versterking 100 M. bezuiden de laatstgenoemde, eveneens in de kampongrand. Achter de linie liggen aan het strand tussehen het aangegeven punt en Lam Pagar een zestal loopgraven, Zuid van de duinen; loopgraven op de grafheuvels Oost van Lam Toetoe; waarschijnlijk eene versterking bij masdjid Lam Tengah, ver sterkingen bij Masdjid Relok en Gedoeng Gapoe (ligging onbekend); waarschijnlijk eene versterking Zuid van den weg bij Lam Tengah (Lam Tanga) met aloeëversperring (dat kan Masdjid Relok zijn); waarschijnlijk eene versterking aan het zeestrand bij K. Mas djid Pan tj oer; eene versterking bij Balei Lam Baroe, in den Noordrand van die kampong; de oude versterking even Oost van Lam Baroe, Koeta Parih genaamd eene versterking in den Noordrand van Lam Pagar tegenover den steenen dam met twee kanonnen; waarschijnlijk eene versterking bij masdjid Indra-Perwa (door sommigen masdjid Lam Pahien genaamd) en loopgraven op Glé Goerah, d, i. de uitlooper van het gebergte even West van M. Lapan Sagi; verder moeten nog versterkingen gelegen zijn bij Mon Mengtoeri (ligging onbekend) en bij Lam Girih bij den Zuidelijken uitgang van den Belang Kala-pas. BijzonderhedenHet volk uit het Lam Pagarsche staat als bijzonder krijgshaftig bekend.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 467