1072 Panglima Gimba* van Lam Gemoek heeft pepertuinen bij Mon- broeh en den Belang Kala-pas. Daarheen is een gedeelte van de vrouwelijke bevolking der 6 Moekims gevlucht. Een ander gedeelte houdt zich schuil op Glé Goerah, Glé Datar en Glé Tempe. Berichten en waarnemingen aangaande het centrum der vijan delijke stelling. Het centrum der stelling strekt zich uit van de versterking bij binasa Lam Mé, Z. O. van den pisangtuin bij die kampong tot aan de versterking bij Balei Ba* Mé, Oost van de „n" van Lam Asan. Daartusschen liggen in voorste linie: de versterking Lam Loempoer Tjot (door sommigen TjotMa- njang genoemd) Zuid van kampong Lam Loempoer; de verster king bij het huis te Pakan Badak, ook wel Baringin genoemd; de loopgraaf Zuid van den grafheuvel Oost van den grooten boom van Pakan Badak en daarachter eene verbindingsloopgraaf naar Pajating (lees Paja Triëng) en de versterking Binasa Belang in den N. rand van het verla ten gedeelte van Lam Asan, Z.O. van de „g" van Pajating. Achter deze voorste linie liggen tal van versterkingen en loopgraven, waarvan de voornaamste zijn: de versterking in den N.O. hoek van kampong Lam Roekan bij de binasa deloopgraven in den 1ST. rand van Lam Goe-oe; de versterkingen in het begroeide terrein, West van Lasan (lees Paja Triëng Z. W.); de versterking Binasa Ketapang aan den Oostrand van het Z.O. verlaten gedeelte van Lam Asan waarschijnlijk eene versterking Z.W. van Lam Goe-oe aan den ouden weg; de versterking in den N. rand van Lam Doerian op den Glé Poetih (lees Glé Geuting) een loopgraaf en aan den voet Noord de versterking Lam Reh en Oost: Mon Boeing; de versterking bij Oelee Nehin (door een ander Ba* Monto Tjan- genoemd), waarin de verloren mitrailleur moet zijn opgesteld, aan den voet der heuvels N. van Lam Empeë;

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 468