1079 De kampongs, dicht begroeid, waren omgeven en doorsneden van zware, meestal levende pagars. Hier en daar werden goede voetpaden aangetroffen. Daar de colonnes elk een afzonderlijke taak hadden, die voor de colonne Yeeren en Okhuizen aanvankelijk wel is waar be stond in het beveiligen der flanken van de colonne van Heutsz, kan er echter geen bezwaar zijn de verrichtingen dier colonnes achtereenvolgens te behandelen, waarnoodig kan dan op het verband worden gewezen. In afwijking van het daaromtrent in de dispositie bepaalde, was aan de colonne van Heutsz vergunning verleend, reeds teS1^ u.v.m. van Ketapan Doea af te marcheeren en zulks in het belang van de verrassing der vijandelijke heuvelstelling op de Toean Tjot Tjako. Hen vreesde toch dat, wanneer alle colonnes gelijktijdig afmar cheerden, de beweging der colonne van Heutsz al zeer spoedig door den vijand zou worden opgemerkt, natuurlijk zeer ten nadeele van eene vlotte uitvoering der opdracht. De marschindeeling der colonne was: Voorhoede(commandant kapitein der infanterie Jhr. Graafland.) 10 brigades marechaussee. 1 peloten 3e Bataljon infanterie (6.5 rn.M. geweren) het detachement genietroepen. Hoofdcolonne 2 compagnieën 3e Bataljon infanterie. Ambulance 1 compagnie 3e Bataljon infanterie. Achterhoede 1 peloton 3e Bataljon infanterie (6.5 m.M. geweren.) De voorhoede had in opdracht te 3V2 u. v.m. langs het voet pad, dat op 600 M. ten N. W. van Ketapan Doea aan de spoorbaan begint, naar Pantai-Abee te marcheeren, te trachten ongehin derd tusschen de vijandelijke posities Kesoemba, Pantai-Abee en Tjot Goeë Tjoet en de versterkingen, die verondersteld werden aan den voet van het gebergte te zijn gelegen, door te dringen, vervolgens zoo vlug mogelijk de Toean Tjot Tjako te bestijgen, de zich daarop bevindende versterkingen te bereiken zonder een Dl II, 1905. 74

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 475