1084 uit alle bezette positiën te verdrijven en verder de c.q. in de vlakte oprukkende troepen met vuur te steunen. De genietroepen gingen mede om het terrein zooveel mogelijk en noodig open te kappen. Daar nog geen antwoord op het eerste bericht gekomen was, besloot de colonnecommandant een tweede bericht te zenden 8 u. 17' v.m. waarin tevens medegedeeld werd, dat de grana ten in Lam Pisang vielen en dat het noodig was reserve munitie, drinkwater en ijs te zenden. Even voor de verzending meldde zich de Eur. cav. van Beers met een briefje van den bevelhebber, dat te 6 u. 8' v.m- van Ketapan Doea verzonden was en luidde: „Officiers-patrouille le „luitenant van Haaff in opdracht verband met U te zoeken. „Verzoeke nieuws van Uwe colonne namens algemeene bevel hebber." Behalve dat aan van Beers bericht No. 2 werd mede gegeven, volgde hem ook een kleine dekking met den doode en de gewonden, om die naar de stelling van het 6e in de vlakte te brengen. Den commandant dezer dekking werd het bericht No. 3 medegegeven aan den commandant van het 6e Bat. en dien der 2e Bergbatterij dat luidde: „Commandant 6e verzoeke dekking „aan den voet van het gebergte voor transport gewonden naar Ketapan Doea." „commandant 2e Bergbatterij, kapitein Kempers. Niet meer „dan eene sectie naar boven sturen. Geen plaats. Tracht den „hoofdrug te volgen naar hoogsten top." Deze batterij was n.l. in de vlakte waargenomen. 's Vijands vuur was intusschen, dank zij ons repeteervuur, tot zwijgen gebracht. Ook doordien de schutters echarpeervuur kregen van de 2e compagnie en eene sectie repeteergeweren, uit eene stelling Z.W. van den Tjot Tjako. Bij den opmarsch derwaarts kwam die compagnie in het ge zicht en het vuur van den vijand van den 300 M. W. van onze positie gelegen heuvelrug, waardoor twee minderen licht gewond werden. Ook op het plateau kreeg men nog een gewonde. De colonne commandant, die zich nu naar de stelling van het peloton Rijnen begaf, bevond dat deze behalve de beide briga des marechaussee slechts ééne sectie in de vuurlinie had kun nen brengen, voor de andere was geen ruimte.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 480