1089
De artillerie zond nu en dan een paar granaten op Kesoemba af,
die het vuur uit die benteng dan telkens voor eenigen tijd deden
zwijgen.
Erg ruim hadden die lieden het daar niet. Eerst in den middag
van den 24en werd hun het eersteeten gebracht, wat, de nabij
heid van Ketapan Doea in aanmerking genomen, vrijwel onver
klaarbaar was.
Te Pantai Abee werden twee compagniën en de ambulance
en op de hoogte tusschen Pantai Abee en Ketapan Doea nog
eene compagnie gelegerd.
7 u. v.m. had de bevelhebber aan den commandant van het
6e Bataljon last gezonden Pantai Abee en Tjot Goeë Tjoet
elk met eene compagnie te bezetten en met de beide overige
compagniën van zijn korps naar Ketapan Doea terugtekeeren.
De colonnecommandant wenschte hieromtrent eerst nog te
spreken, daarom werd de kapitein Kronouer derwaarts gezonden.
Het gevolg der bespreking was, dat de last teruggenomen en
de bezetting van Lam Pasei instede van Tjot Goeë Tjoet goed
gekeurd werd.
De colonnecommandant kreeg bevel des gevraagd dekking
voor vivres of munitietransporten bestemd voor den Tjot Tjako
te leveren, daar de bezetting van Ketapan Doea daarvoor niet
toereikend werd geacht.
Door patrouilles werd nacht en dag verband onderhouden.
Ook deze stellingen werden tot bivaks ingericht en versterkt.
Hoewel er door deze colonne geen eigenlijk gevecht geleverd
is, telde zij aan gewonden één onderluitenant en zeven minderen.
Om 4 uur was eveneens van de spoorbaan tusschen Ketapan
Doea en Blang het 9e Bataljon afgemarcheerd.
Even als die van het 6e Bataljon was de artillerie van de
colonne Yeeren onder eene sectie dekking voorloopig achterge
laten, daar zij bij den march door het moerassige terrein weinig
nut, daarentegen veel oponthoud kon veroorzaken.
Om 5 uur werden zij de bataljons achterna gezonden, de sec
tie Steenkamp kreeg last al dadelijk achter een ten Z. van Ketapan
Doea in de sawah gelegen heuveltje in stelling te komen, om den