compagnie bezet, terwijl de 3e compagnie eene verkenning in
de kampong van dien naam maakte.
De reserve nam intusschen de plaats van de 2e compagnie in
de ompagarde terreingedeelten in.
Hiermede was te 53U u. v.m. aan de opdracht, de bezetting
van de lijn Djeroe LoengLam Pasei, voldaan. Van een en ander
werd den bevelhebber bericht gezonden.
6 u. v.m. kwam tijding van die autoriteit, dat het peloton cava
lerie onder luitenant Happé voorloopig ter beschikking van den
colonnecommandant werd gesteld, tot dekking van de vleugels
der stelling en om bij eventueel avanceeren als voorhoede cava
lerie op te treden.
Het peloton ontving dadelijk last de versterking in den Oost-
rand van Adjoen Tebal te verkennen.
Aanvankelijk kregen de verkenners nog al vuur van de heu
veltoppen W. van Lam Pasei.
De commandant, die naar den toegang in de W. face der ver
sterking wilde uitzien, was door hevig vuur uit Enking gedwon
gen zijn peloton voorloopig gedekt op te stellen. Hij zond nu
de wachtmeesters Jonker, No. 31845, en Hammers, No. 33148,
elk met een mindere uit om de verkenning van de W. face voort-
tezetten. Zij brachten weldra het bericht, dat de ingang gevon
den, en de benteng onbezet was.
Van deze bevinding en ook van het vele vuur uit Enking werd
den colonnecommandant mondeling bericht gezonden.
Deze zond nu bevel den rechtervleugel van het bataljon ter
hoogte van kampong Adjoen Goetji Ajer te dekken, waardoor
de le compagnie als reserve beschikbaar werd.
De ambulance en de sectie artillerie kregen order zich bij de
reserve aan te sluiten.
De artillerie kwam te 7 u. 15' v.m. in den N. W. rand van
laatstgenoemde kampong in stelling om de versterking Enking
onder vuur te nemen. Van 7 u. 20' tot 7 u. 35' v.m. werd op
425 M. met Gr. en G. K. T. gevuurd.
Het peloton van de 4e compagnie, dat in de ompagarde ter
reingedeelten door de le compagnie was vervangen, was als
reserve Oostwaarts van de 2e compagnie in Lam Pasei opgesteld,
hierbij ook de genietroepen.