651 De commissie tot onderzoek van het mitrailleurvraagstuk stel- <de, blijkens haar verslag (Extra-bijlage I. M. T. No. 9), onder meer ook de oprichting van een bereden mitrailleurcompagnie van 8 mitrailleurs voor de cavalerie voor. Het Legerbestuur bracht dit gedeelte van het voorstel der commissie niet eens bij de Regeering voor, wel overtuigd, dat de hooge kosten 1) een be letsel zouden zijn voor de verwezenlijking van dit denkbeeld. Bestaat er alzoo weinig hoop, dat wij in de naaste toekomst in het bezit zullen komen van een compagnie wielrijders-strij ders of van een bereden afdeeling machinegeweren, de kans is niet uitgesloten, dat te eeniger tijd, bij een gunstiger staat onzer financiën, de inzichten der Regeering zich wijzigen, en voor dat geval lijkt t mij niet van bel-ang ontbloot, na te gaan aan welke der beide maatregelen tot ontlasting en steun der cavalerie de voorkeur dient geschonken. Machinegeweien verzekeren aan onze cavalerie een zeer groote infanteristische vuurkracht, doch dit alleen zal niet altijd vol doende zijn om de ruiterij in de gelegenheid te stellen den op- helderingsdienst naar behooren waar te nemen; er kunnen zich gevallen vooidoen, nl. bij het overwinnen van een eenigszins steiken weerstand, dat de cavalerie behalve dien vuursteun ook de offensieve kracht der infanterie behoeft, in welk geval de machinegeweren haar alleen in staat stellen zich tot de komst van infanterie ter plaatse te handhaven. Rijwiel-infanterie daarentegen bezit, evenals alle infanterie, beide, én vuurkracht én offensief vermogen, en dit alleen zou reeds pleiten voor een toevoeging van wielrijders aan de cava lerie. boven een indeeling van machinegeweren. Daartoe bestaan echter m.i. nog meer redenen. Van een viijmaken van cavalerie door toevoeging van machine geweren is geen sprake; geen man meer komt er door beschik baar voor den ophelderingsdienst. Wielrijders daarentegen kunnen de cavalerie in vele gevallen ontheffen van tal van bij-opdrachten, als het onderhouden dei- verbinding met de hoofdmacht, het bezetten en vasthouden van belangrijke punten in front, op de vleugels of in den rug van de 1) Opriebiingt-kosten 163.671, jaarlijksche uitgaven 73.890. (Extra biiWel M T. Ho. 9 blz. 189).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 49