1109 2. Duüschland 1). Bij voorkeur worden gebruikt vuurmonden met gestrekte baan, die op grooten afstand G-.K.-vuur kunnen brengen, op af fuiten gelegen zijn, welke groote verhoogingen toelaten en waar bij groote vuursnelheid mogelijk is. Ook brisantgranaten in bijdbuisstelling kunnen worden aan gewend. De afstand wordt zoo mogelijk met een afstandmeter bepaald. Voorgeschreven woidt het gebruik van den opzet. Zoo mogelijk links en rechts waarnemers opstellen. Van den aanvang af wordt met batterij- of sectiesalvo's gevuurd. De grens van het inschieten wordt op 200 M. bepaald. Bij springpunten lager dan de ballon of te hooge springpunten wordt de O.H. vermeerderd of verminderd. Uitgaande van het schot der nauwe grens wordt parallel 100 M. vooruitgegaan tot uitwerking wordt waargenomen, de schoten van eenzelfde salvo en vallen of wel uitsluitend liggen. In de beide eerstgenoemde gevallen wordt het vuur op den gevonden afstand voortgezetin 't laatste geval wordt 100 M. teruggegaan. Men ziet hieruit, dat de Duitsche schietregels geheel overeen komstig de schietregels der Indische vestingartillerie zijn. Dit behoeft geen verwondering te wekken, daar voor Indië de hol- landsche schietregels zijn overgenomen, terwijl deze op hun beurt van het Duitsche voorschrift gecopieerd werden. 3. Rusland 2). De afstand wordt bepaald met behulp van afstandmeter, waar nemingsinstrumenten of kaarten. Schatten van den afstand mag slechts bij uitzondering plaats hebben. Links en rechts van de batterij worden waarnemers opgesteld ter bepaling van het en Bij het begin van het vuur wordt sectiesgewijze geladen; men tracht de grenzen van 200 M. te bepalen. Daarna wordt met batterij salvo's de grens van 100 M. bepaald. Na controleering van deze laatste grens wordt met batterij- 1) Anleitung zum Schiessen aus Geschützen der Fussartillerie 1S96. 2) Zie Mittbeilungen, Januari 1901.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 505