1124
pervlak, volgens hetwelk de ballon zich aan de batterij vertoont
b (in M2 uitgedrukt), dan is dus de bijbehoorende trefferdicht-
heid
b
Het interval, dat deze trefferdichtheid geeft, is dan het meest
gewenschte. Hoe groot het aantal treffers moet zijn om een
ballon tot dalen te brengen, is eene vraag waaromtrent alleen
proeven uitsluitsel kunnen geven.
Hieronder volgt een overzicht van gehouden schietproeven,
overgenomen uit het hiervoor genoemde artikel van den kapi
tein Logger.
3
£.3
H
Al deze vuren hebben, voor zoover is na te gaan, plaats ge
had tegen ronde ballons van 10 M. middellijn en met G.K.
Op grond dezer proeven komt genoemd kapitein tot de conclu
sie, dat in minimum benoodigd zijn 10 treffers (die 20 gaten
zullen veroorzaken) om een ballon tot dalen te brengen.
Tot een zelfde gevolgtrekking op grond eener andere reeks
Plaats
der
O u
6dS
O
n
-+^
9 o
CO
Uitwerking.
proefneming.
=2 a
-«J-rH
Mn
cö
Engeland
1886
3200
140
12c.M.
17
8 kogelgaten, 2 scheuren van 30 c.M.;
ballon daalde.
Duitschland 1887
5000
100
10
20 treffers; ballon daalde spoedig.
ld.
ld.
250
20
3o treffers; ballon daalde.
Id.
1886
Id.
ld.
p
26
20 tal gaatjeser wordt niet vermeld
of de ballon daalde.
Id.
Id.
800
65
2 gaatjes; idem.
25 kleine gaatjes, 5 van 30 c.M.;
ballon daalde.
Rusland
1890
3200
200
veld
kanon
23
ld.
1891
3700
400
12
141 kleine gaatjes, 6 van 25 c.M.;
ballon daalde langzaam.
Oostenrijk
1894
-t- 3500
3-800
16
10 treffers; ballon daalde langzaam.
ld.
ld.
ld.
p
9 gaten; ballon behield stijgkracht.
Id.
Id.
Id.
p
11
141 treffers, 16 scheuren; ballon daalde.
Id.
ld.
ld.
20
18 treffers; ballen daalde niet.
Id.
Id.
Id.
40
één ernstige treffer; ballon daalde snel.
Id
Id
Id.
65
2 groote scheurenballon daalde.
ld.
1895
5250
800
8 c.M.
80
3 kleine gaatjes; ballon daalde niet.
Id.
1898
3000
500
9 c.M.
14
14 treffers, 10 scheuren van 25 c.M.,
één van 75 c M.; ballon daalde snel.