1130 bovendien ijver en de noodige vlotheid bezitten om de zwaarste paardensport te beoefenen aan hen wordt het meest uitgebreide en grondigste onderricht gegeven. 4e. Eenige luitenants van de bereden artillerie, die de lessen van hunne collega's der cavalerie volgen. Behalve deze al'deelingen heeft men aan de rijschool een vété rinaire- en een hoefsmidschool, een school voor telegrafie en een zadelmakerij, welke eveneens model-inrichtingen zijn. Officieren van vreemde legers kunnen aan de rijschool ge detacheerd worden. Zoo werd in het afgeloopen jaar de cursus gevolgd door drie Spaansche, tioee Amerikaansche, één Zweedsch en één Servisch officier. Wij willen ons slechts bezig houden met „officiers" en „élèves- officiers" en alles wat daaraan annex is. Personeel. Het personeel aan de school bestaat uit een Generaal- of Ko lonel-commandant, een Majoor en instructeurs. Het onderwijzend personeel is verdeeld in twee scherp begrens de categoriën cadre bleu" en cadre noir", zoo genoemd naar de kleur van de uniformen. De officieren van het cadre noir zijn speciaal voor het paardrij den, die van het cadre bleu voor het militair onderwijs; toch moe ten ook de officieren van het cadre bleu uitstekende ruiters zijn. Frankrijk, dat wetenschappelijke hoogeschool-ruiters alsPlu- vineiGuérinièreBauchergraaf d'Aure enz. heeft voortgebracht, stelt er een eer in, middels de rijschool van Saumur, dien ou den roem te handhaven, en uit de schitterende resultaten, ver kregen door leerlingen en oud-leerlingen van de school op vele internationale wedstrijden, afstandsritten en concours-hippiques (o. m. te Brusselwaar dit jaar de le, 3e en 5e prijs door Fransche officieren behaald werden) blijkt, dat het daarin volkomen is geslaagd. De officieren' van het cadre noir komen dan ook niet aan de rijschool of zij moeten op rijkunstig gebied al heel wat gepres teerd hebbende namen van velen hunner hebben dan ook een goeden klank n.l. majoor cleMontjoude kapiteins St. PhalleHoute-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 526