1131 chequeDétroyatGasser, de Maistoe, Madametde to .Brosse en de luitenants LabordeHaëntjensBillonLafont en Vatel. De instructeurs ontvangen op hunne beurt dagelijks onder richt van den chef-écuyer [thans majoor de Mantjourijden min stens vijf paarden per dag en zijn verplicht elk jaar faoee paarden volkomen af te richten, zoowel voor gewoon gebruik als voor de hoogeschool. De maneges zijn zes in getal n.l. vier overdekte en twee opene; de z.g. groote manege, waarin de rijlessen van het cadre non- gegeven worden, is zoo groot, dat 30 ruiters met gemak op de lange zijde plaats kunnen vinden. Paarden. De paarden worden onderscheiden in drie categoriën n.l. Ie. dienstpaarden (chevaux d'armes). 2e. schoolpaarden (chevaux de manége). 3e. terreinpaarden (chevaux de carrière). Paarden van de eerste soort, gebruikt voor het militair on derricht, worden door de officieren en de élèves-officiers van de regimenten medegebracht, die van de 2e. en 3e. soort behooren aan de rijschool. Herhaaldelijk worden deze paarden tegen zeer hooge prijzen aangekocht door een speciale commissie, waarvan de chef-écuyer voorzitter is. De schoolpaarden zijn allen volbloed, hetzij van Engelsche, dan wel van Arabische of Anglo-Arabische afkomst. De terrein-paarden, gebruikt voor het terreinrijden en voor het nemen van hindernissen, zijn vol- öf halfbloed; onder deze laatsten treft men een groot aantal Normandiërs en andere inheemsche paarden aan. Men tracht zoodoende den officier vertrouwd te maken met. de fokkerij van rijpaarden van zijn eigen land. Onder de volbloed paarden worden de besten in training ge nomen onder licht gewicht, om de leerlingen in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan de militaire rennen in het district. Uit de sterkste halfbloedpaarden kiest men enkele uit, om door de instructeurs afgericht te worden voor de verschillende schoolsprongen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1905 | | pagina 527